Dialogie :Op de stoel van het verzet verleden.
"Heeft u ooit eerder..."
'Nee' , viel ik haar in de rede.
" U snauwt me tegen" Diende zij
mij van rebliek.
'in tegendeel', ik vermoede, slechts ten dele,
haar spitsvondig decolleté viel tegen. Ik nam
daarin haar stokkende adem waar.
Ze ging verder; "u bent hier onder behandeling".
'Ja, inderdaad' beaamde ik weer.
Ze raakte lichtelijk overstuur, of was het irritatie.
In ieder gaval in haar hals, sprongen bijna alle aders.
"Zeldzaam deze onverkwikkelijke conversatie"
Trachte zij weer, voet bij stuk.
'Persoonlijk zou ik het zonde willen noemen,
zo u en ik, wij hier in dit hok,' ik weer.
"Öntspanningstherapie" Ze nam het heft in handen.
"Voor de bijl d'r mee. Een eerste testcase,
waar waren wij gebleven "
Ik was daar tegen. 'De suggestie wordt gewekt...'
Ze viel me abrupt in de rede. "Zwijg en luister ik spreek,
wij doen dit samen.".
'Ik luister' fluisterde ik geïmponeerd.
Met in gedachten ook de twijfel:
wie zijn wij in godsnaam straks zo uitbehandeld.
Zij zette mij in woorden neer.
"Kijk, aan de hand van deze resultaten
is er geen hout van te snijden."
Ik verbaasde mij lichtzinnig aan dat woord en
stelde: 'welaan dan zijn wij
uitgesproken.......'
Ik werd onderbroken door haar telefoon.
Een massief bronstig geluid klonk door de hoorn.
Metaforisch gezien is dit spreekwoordelijk passend bij
haar blozend hoofd. Ze sprak, "een ogenblik.."
Ja wellicht met hongerige ogen; bedacht ik mij.
Maar goed wij waren onderbroken,
wellicht door een mannelijke cliënt,
naar ik veronderstelde mede gelet
haar toon, vriendelijk en zakelijk gebekt.
Ik sloeg haar onderwijl doodleuk
gade. Al had ze dat ook weer in de gaten sprak ze luid;
" luister ik werk, er wacht mij nog een cliënt".
Hoe verward ik raakte, viel uit haar ogen goed te lezen.
Haar wenkbrauwen vormde ernstige tekenen
van verontrustend kijken.
'Mijn god' sprak ik binnensmond,
maar luid genoeg opdat zij het hoorde,
'hoe misplaatst kan een behandeling geraken.'
Met een ferme klap was haar gesprek ten einde.
Zo goed als zeker haar hand verwoorde sprak ze onvertogen.
"Dit is genoeg. Wij laten ons niet meer verstoren."
Ik kleurde tot achter mijn oren purper
door alle beharing heen.
'Hoe bedoelt u' vroeg ik bleu.
"Laten wij"... 'u ook?' vroeg ik. "Ja, wij samen eens
de ademhalingstechniek observeren tijdens dit gesprek"
"Te beginnen bij het borstbeen" Ze legde haar hand op
mijn opengeknoopte blouse.
'Wat doet u nu toch!' Vroeg ik verschrikt.
"Hier gaat het om en meer nog
het middenrib voor de diepere ademhaling"
Haar handen wezen haar mond de weg.
Ik verijsde onder het verstijven en met overslaande stem: ' u bent
in overdreven zin zeer plastisch in het duiden van mijn tekort.'
In mijn paniek bedacht ik;
'dit loopt, gelijk ik hoorde uit het telefoongesprek,
vreselijk uit de hand.'
"Wilt u zich even ontkleden, tot de broek en
weer op de stoel plaats nemen? " Sprak ze opmerkelijk
vriendelijk bijna uitgelaten.
Gehoorgevend aan dit verzoek
stond ik op en deed hetgeen zij vroeg, maar onbegrepen.
Ze ging wijdbeens voor me staan, haar handpalmen vlak
tegen mijn maagwand, onder lichte druk van haar vingers.
"Spreek", sprak zij, "de volgende regels..." En ik citeerde....
Gelijktijdig was ik diep ongelukkig, zo ingesloten tussen haar benen
haar deodarantlijf pal voor mijn neus, mijn ogen die zichzelf de kost
moesten geven ergens halverwege haar bovenlijf.
Haar handpalmen gaven drukpunten op mijn onderste rib,
waarvan ik dacht dat god, mag weten wanneer,
die al eerder eens vergeven had om anderen reden.
Om haar aandacht af te leiden van dit onderzoeksveld sprak ik,
'mijn liesbreukencollectie bevindt zich pal onder u middelvinger.
Mocht u dat treffen dan is mijn ademhaling veranderend een kreet.'
"Heerlijk!"
Dit geheel tot mijn verbijstering. Kreet zij, "En zo onverwacht.
Ooo, neemt u mij niet kwalijk,
excuus voor mijn gedachten, het liep wat
uit de hand zo rond u maagstreek kwam de herinnering. Sterker nog intenser
door dat telefoongesprek daarnet. Dat bracht mij in vervoering"
Ik kromp decimeters in elkaar, verharde bij iedere beweging.
'Zo!' Meer kwam er bij mij niet uit,
met de blik ter hoogte van haar kruis.
"U daalt onder mijn handen zienderogen achteruit, met stemverheffen
komen de tonen nimmer uit de buik." Daarbij keek zij zeer voldaan.
Ik dook koppie onder in mijn bewustzijn en refereerde, piepend nu,
nog aan eerder in dit gesprek:
'Onverkwikkelijk dit, én, onbehandelbaar bovendien.'
"In tegendeel, van mijn kant uit bezien eerder het tegenovergestelde.
Meer verheugend en sterker uitgedrukt....za.."
.....' O, nee!! Dat onder geen beding.' Verweerde ik me hevig.
Ze hield even stil en haar ogen straalde.
"Wat is dat toch met u? Telkens iemand onderbreken.
Laat mij begaan, of op z'n minst uitspreken.
Ik stel voor dat we ook de conversatietoon
erbij betrekken." U oogt immers ook verlegen
onderhand en dat is onder stress volle omstandigheden
als deze al een gebrek.
Laat staan als u zichzelf eens moet bewijzen."
Ik lag perplex al aan haar voeten, mijn blik verried wellicht
een wanhoopsdaad. 'Ik ...'sputterde weer tegen, ...raak hierbij
zo met de situatie verlegen.'
Ze keek me triomferend aan.
"Dat in ogenschouwnemend nemen we ook de achterkant;
ontspannen van de bilpartij, vanuit de naad bezien
ligt hiermee voor de hand."
'Ik ben gehuwd....', bracht ik te bedde.
Waarop ze uitbundig werd.
'Bovendien nu ik het zo van onderaf bezie,
hoe verhoudt dit zich
tot uw andere clientele,
zoals uit het telefoongesprek daarnet.'
Ze schaterde.
Ik gaf het op, met zoveel lust
de ontucht willen gaan bedrijven
daar is mijn kruit verschoten
voor ik zelfs deze ruimte kan ontvluchten.
"Zeg, naast deze excercitie,
ten behoeve van uw spraakvermogen,
moet u toch écht leren hoe de emotie
het op een loopje zet met uw fantasie."
Ze sloeg me daarbij
met een intense diepdrongen
blik hard in mijn gezicht.
Omdat ik vanaf mijn standpunt af bezien
meer dan schaamteloos lag te staren,
verontschuldigde zij zich.
"Ja, inderdaad de aanleiding is heel banaal,
mijn vriend belde me zojuist. Ik was zijn verjaardag vergeten.
We gaan vanavond uit eten.
Ik schaam mij diep voor deze situatie."
Hetgeen ik moeiteloos toeliet.
'Ik veronderstel dat wij klaar zijn gekomen
met deze sessie.'
"Ja,." beaamde zij en rolde mijn stoel behoedzaam
maar resoluut naar achteren.
"Wij maken een vervolgafspraak."