Er zijn maar weinig mensen die mij eten. Veelal onverteerbaar fruit.
Smakeloos en teveel pitten, is wat ik hoor. Ook ligt het onverteerbaar op de maag.
Men raakt van streek en meer nog licht gestoord. Zo ongehoord zijn eiwitten te verteren, op de zwarte gallen na. Die groeien bitterzoet in mijn bladscheden te verdrogen. Waar niemand ze meer oogsten kan blijf ik volhardend leven.
Het droge oog en voor het onberoerde hart. Dat in een leven, te veel gegeven, eens mijn oogappel hier stal. Ik las haar uitgelezen wensen, zij mijn ingetogen zijn.Het bleek eenvoudig tot smakelijk verheven toch mijn oogstbaar veel. In weinig meer dan handwarmte uit een maagdelijk ongeschonden deel. Ze sprak tref zeker in mijn vruchtvlees door als rijpe vrucht. Haar smaak werd mij een wel bekoren. Ik wens mij haar levensdeel._
Uit niets blijkt mijn gelijk.
Over mij
- ®
- Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.
Volgers
Blogarchief
-
▼
2006
(48)
-
▼
januari
(34)
-
▼
jan 10
(18)
- in vogelvlucht genomen..
- Vandaag ben ik dit, morgen ben ik weer dat......*.
- schreeuwen om het hardst.
- cyclus verpand.
- Woongenot, in spreektaal uitgedrukt..
- Wartalenten heeft iets met fietsen.
- Leven uit één stuk!!.
- Er was niets tegen gewassen.
- Hier gaat het om hier komt het op aan.
- Zinvol ingericht rondpompend rood.
- Merknamen.
- conversatietoon.
- van ouder zijn op valse toon gezet verleden..
- Gedachten meten.
- minder meer.
- Uitgelezen voedsel.
- afslaand of toch rechtdoor verkeerd.
- Op de stoel van het verzet verleden
-
▼
jan 10
(18)
-
▼
januari
(34)