.
Het licht is uit, maar brandde nog wat fel voordat het doofde.
Met mist om het hoofd en puntbronnen die kegels vormen weerspiegelen de ruiten zwart.
De dagen rondom hem waren waarschijnlijk ontegenzeggelijk de laatste tijd. Iets wat nooit gebeurde herhaalde de laatste tijd zich opnieuw; als afnemer van een hulpvraag kwam de thuiszorg bij hem aan de deur.
Het zijn jaren waarin het komen tekort schiet en het gaan steeds vaker vanzelfsprekend is.
Men vertrek gewoon zonder zelfs maar eigenhandig een deur te sluiten.
Doodgewoon is hier de gewoonste zaak voor babyboomers, of zij die daar toe behoorde.
Zo ook Albert.
Er is een Groninger heen gegaan.
Het vaarwel is wellicht voor sommigen ook een welkomswoord onder een contactadvertentie in de plaatselijke courant, een dagblad in het noorden of iets dergelijks wat dichter bij de terp.
Daarmee, met enige namen die hem niets zullen zeggen, wordt dan afscheid genomen van de bariton.
Met stip wellicht, want verder geen kan zich roemen zo dicht bij de oorsprong van katershorn een leven lang te vertoeven. Hoe droef ook, aan alles zit een eind. Ook zijn zicht daarop werd niet belemmerd op dit aftelvers dat leven heet. Bij hem was het al eerder mager, daar te water gaan uitgesloten werd met van de hand doen van zijn schuit. De viervlakman op moederaarde bleef nog wel even in zijn verkavelde werkelijkheid leven. Begrenst door grasmat in het kwadraat van grond waarop hij nog zicht had en bevond. Strak begrensd, dat paste hem als maatkostuum. De regelmaat zat hem in de vlakverdeling. Een ruimte was begrensd met stoeptegels, zwarter door wat schoffelwerk tussen ui en prei en krop andijvie er nog bij
Een man die in zijn nadagen zich het gras voor de voeten liet wegmaaien.
Zijn gazonnetje inmiddels pretpark van de rietorchis, op zijn plaats gewezen met de stok.
Ach dat leven toch, zo voorspelbaar eindig op den duur, dat je haast
vergeet dat het staat te gebeuren.
Hoe hij nu echt de laatste adem haalde weet ik niet, waarschijnlijk in de witte weelde. Immers, hij was met een ambulance afgevoerd.
Hij leefde nog maanden op zolder voort, haalde zelfs het nieuwe jaar.
Een verlichte ziel zo halverwege. Iemand heeft daar toch een eind aangemaakt.
Hij vertrok, nu voor de tweede maal, het huis is in de wintermaanden koud en kil
achtergebleven. Al dreven de zwanen voor de ramen nog wel tussen ander klein plastiek.
Een mode gril van de afwezigen hier op de oude dijk, om aan te geven wij zijn vertrokken naar vreemder oord. Noem het vluchten uitgedrukt in een dode boel. Maar voor de sluismeester komt
gelukkig een retour naar hier nog in het verschiet; wanneer hij uitgegleden, aldaniet gebroken, zijn
plaats herneemt aan de koffietafel, uitkijkend over hét verloat.
Het is druilerig vandaag, maar er is leven in de straat. Er wordt gelucht, gesleurd, versleept van wat dan ook er met ontruimen gaat gepaard. Zijn laatste restjes aards slijk bijeen geschraapt. Het zal vast zijn sterfbed niet zijn, dat hier nu wordt gelegd. Een matras of wat. Veel tekenen van een verweesde tijd, waarin hij alles had geschikt, ligt overhoop gehaald als karrenvracht opgetast in een oud transportbusje.
De onthechting is geschied. Twee potige kerels helpen, god mag weten wie, en halen de boel leeg Vullen hun zakken, de asemmer en de vuilnisemmers af.
Immers van het menselijk bestaan rest niets dan rotzooi achteraf.
Het gaat rap, sneller dan verwacht wordt de leegstand behaald. Albert's corner No one heeft straks een ander in zich om te herbergen. Een timmerman met vrouw hebben een spijker op de kop geslagen en een koopje op de koop toe hier verworven. De klusjesman in ruste bijna zal zijn misschien wel laatste slag hier aan het stervenshuis slaan. Van uitgewoond tot ingericht voor woongenot. Het laatste uur heeft nog niet geslagen hier.
Voor nu, de hokjesgeest wordt uitgeruild. Wellicht waarschijnlijk ook wat opgelucht met lichter gordijn en ander verduisteringsmateriaal. Opgeruimd allicht voorzien van ruimer woongerief met doorbreken van de kleine behuisdheid die Albert naliet (te ontruimen).
Hij deed, wat velen doen, alles achterlaten en met lege handen Petrus vragen of de poort open mag. Ja, hij zal waarschjnlijk goed toereikend te licht bevonden worden; in de hemelzalen treft een ieder zich zeer ontdaan van aardse zaken weer baby maagdelijk leeg en van lichamelijke last bevrijdt.
Met 15 maanden leegstand kan men vandaag 13 maart in het jaar van onze Heere 2019 stellen, ja hij is niet opgestaan maar gewoon verdwenen en, inderdaad, hij is ook nog nooit zo afwezig geweest het laatste jaar.
Nooit geweten dat achter deze vensters alles groen was uitgeslagen. Zelfs de schakelaars, waarmee dimlicht op een stand kon worden aangestoken of weer werd uitgezet, waren groen.
Licht groen, dat wel, de lambrisering, sponningen en leuningen. Hij moet 's nachts vanuit het groen decennia zijn opgestegen in hoger sferen naar een droom wereld. Of sliep hij, toen hij op zijn laatste benen liep, al in de groene schijn beneden. Wie zal het weten, hij heeft er niets van meegenomen. Dat alles viel te ontwaren door de naakte ramen waar eerder achter gesloten gordijnen hij een leven lang gesleten had.
De boel is inmiddels verkocht aan een timmerman van verder op. Hij wenst zich met de Timmerman's vrouw een kleiner woon, iets met pensioen enzo wat minder met doen van doen te hebben.
Het huis is van erfgenamen overgenomen, die geen weet hadden van hem tot hij dood opgebaard afgelegd en zomeer begraven was. Van heinde en ver, naar ik begreep, zijn neven en nichten opgeduikeld om erfgenaam genoeg iets te willen delen met wie ze nooit iets deelbaar hadden genoten bij leven. Het blijkt, een mens is nooit alleen maar, maar veelal meer met velen zonder weet te hebben waaraan dat heeft gelegen.
Het licht is uit, maar brandde nog wat fel voordat het doofde.
Met mist om het hoofd en puntbronnen die kegels vormen weerspiegelen de ruiten zwart.
De dagen rondom hem waren waarschijnlijk ontegenzeggelijk de laatste tijd. Iets wat nooit gebeurde herhaalde de laatste tijd zich opnieuw; als afnemer van een hulpvraag kwam de thuiszorg bij hem aan de deur.

Doodgewoon is hier de gewoonste zaak voor babyboomers, of zij die daar toe behoorde.
Zo ook Albert.
Er is een Groninger heen gegaan.
Het vaarwel is wellicht voor sommigen ook een welkomswoord onder een contactadvertentie in de plaatselijke courant, een dagblad in het noorden of iets dergelijks wat dichter bij de terp.
Daarmee, met enige namen die hem niets zullen zeggen, wordt dan afscheid genomen van de bariton.
Met stip wellicht, want verder geen kan zich roemen zo dicht bij de oorsprong van katershorn een leven lang te vertoeven. Hoe droef ook, aan alles zit een eind. Ook zijn zicht daarop werd niet belemmerd op dit aftelvers dat leven heet. Bij hem was het al eerder mager, daar te water gaan uitgesloten werd met van de hand doen van zijn schuit. De viervlakman op moederaarde bleef nog wel even in zijn verkavelde werkelijkheid leven. Begrenst door grasmat in het kwadraat van grond waarop hij nog zicht had en bevond. Strak begrensd, dat paste hem als maatkostuum. De regelmaat zat hem in de vlakverdeling. Een ruimte was begrensd met stoeptegels, zwarter door wat schoffelwerk tussen ui en prei en krop andijvie er nog bij
Zijn gazonnetje inmiddels pretpark van de rietorchis, op zijn plaats gewezen met de stok.
Ach dat leven toch, zo voorspelbaar eindig op den duur, dat je haast
vergeet dat het staat te gebeuren.
Hoe hij nu echt de laatste adem haalde weet ik niet, waarschijnlijk in de witte weelde. Immers, hij was met een ambulance afgevoerd.
Hij leefde nog maanden op zolder voort, haalde zelfs het nieuwe jaar.
Een verlichte ziel zo halverwege. Iemand heeft daar toch een eind aangemaakt.
Hij vertrok, nu voor de tweede maal, het huis is in de wintermaanden koud en kil
achtergebleven. Al dreven de zwanen voor de ramen nog wel tussen ander klein plastiek.
Een mode gril van de afwezigen hier op de oude dijk, om aan te geven wij zijn vertrokken naar vreemder oord. Noem het vluchten uitgedrukt in een dode boel. Maar voor de sluismeester komt
gelukkig een retour naar hier nog in het verschiet; wanneer hij uitgegleden, aldaniet gebroken, zijn
plaats herneemt aan de koffietafel, uitkijkend over hét verloat.
Het is druilerig vandaag, maar er is leven in de straat. Er wordt gelucht, gesleurd, versleept van wat dan ook er met ontruimen gaat gepaard. Zijn laatste restjes aards slijk bijeen geschraapt. Het zal vast zijn sterfbed niet zijn, dat hier nu wordt gelegd. Een matras of wat. Veel tekenen van een verweesde tijd, waarin hij alles had geschikt, ligt overhoop gehaald als karrenvracht opgetast in een oud transportbusje.
De onthechting is geschied. Twee potige kerels helpen, god mag weten wie, en halen de boel leeg Vullen hun zakken, de asemmer en de vuilnisemmers af.
Immers van het menselijk bestaan rest niets dan rotzooi achteraf.
Het gaat rap, sneller dan verwacht wordt de leegstand behaald. Albert's corner No one heeft straks een ander in zich om te herbergen. Een timmerman met vrouw hebben een spijker op de kop geslagen en een koopje op de koop toe hier verworven. De klusjesman in ruste bijna zal zijn misschien wel laatste slag hier aan het stervenshuis slaan. Van uitgewoond tot ingericht voor woongenot. Het laatste uur heeft nog niet geslagen hier.
Voor nu, de hokjesgeest wordt uitgeruild. Wellicht waarschijnlijk ook wat opgelucht met lichter gordijn en ander verduisteringsmateriaal. Opgeruimd allicht voorzien van ruimer woongerief met doorbreken van de kleine behuisdheid die Albert naliet (te ontruimen).
Hij deed, wat velen doen, alles achterlaten en met lege handen Petrus vragen of de poort open mag. Ja, hij zal waarschjnlijk goed toereikend te licht bevonden worden; in de hemelzalen treft een ieder zich zeer ontdaan van aardse zaken weer baby maagdelijk leeg en van lichamelijke last bevrijdt.
Met 15 maanden leegstand kan men vandaag 13 maart in het jaar van onze Heere 2019 stellen, ja hij is niet opgestaan maar gewoon verdwenen en, inderdaad, hij is ook nog nooit zo afwezig geweest het laatste jaar.
Nooit geweten dat achter deze vensters alles groen was uitgeslagen. Zelfs de schakelaars, waarmee dimlicht op een stand kon worden aangestoken of weer werd uitgezet, waren groen.
Licht groen, dat wel, de lambrisering, sponningen en leuningen. Hij moet 's nachts vanuit het groen decennia zijn opgestegen in hoger sferen naar een droom wereld. Of sliep hij, toen hij op zijn laatste benen liep, al in de groene schijn beneden. Wie zal het weten, hij heeft er niets van meegenomen. Dat alles viel te ontwaren door de naakte ramen waar eerder achter gesloten gordijnen hij een leven lang gesleten had.
De boel is inmiddels verkocht aan een timmerman van verder op. Hij wenst zich met de Timmerman's vrouw een kleiner woon, iets met pensioen enzo wat minder met doen van doen te hebben.
Het huis is van erfgenamen overgenomen, die geen weet hadden van hem tot hij dood opgebaard afgelegd en zomeer begraven was. Van heinde en ver, naar ik begreep, zijn neven en nichten opgeduikeld om erfgenaam genoeg iets te willen delen met wie ze nooit iets deelbaar hadden genoten bij leven. Het blijkt, een mens is nooit alleen maar, maar veelal meer met velen zonder weet te hebben waaraan dat heeft gelegen.