Uit niets blijkt mijn gelijk.

23 mei 2019

superfamiliehotel

ik vroeg laatst aan de metselbij hoe zij, uit een geëmancipeerd zeer oud geslacht, het voor zich zag.
Zo'n bouwwerk van hard- en spijkerhout, waarin de hokjesgeest zich in heeft uitgeleefd.

"Nieuwbouw liefst", het mag wat kosten, aldus de imkerende projectontwikkelaar. "We trekken gewoon de beurs ervoor; symmetrie, orde en regelmaat voor de eenpersoons honingraat, is waar het om draait".
" Ook aan materiaalgebruik gaat louter duurzaam de kwaliteit van gesloopt tropisch regenwoudhout boven de latten gezaagd uit het weke proletarische inheemse populierenwoud".

Het gaat immers over het behoud van uitstervende geslachten, bedacht de vrouwenvolkenmelkerij houder zich tevens. Alles uit de kast, hij is daar goed in, voor de zeldzame of in potentie roodlijstliefhebbers.

Maar dit terzijde, vroeg ik haar dus, vertel zo voor de losse vliesvleugel weg, waar haar woongenot en de behoefte daartoe thans bestaat.
Zij sprak;
" beste warmoezer, het zal mij aan de bijenreet roesten hoe zo'n kot erbij staat.
Wel dien ik er, uiteraard, een gat in te moeten zien. Anders houdt het geen steek, al ben ook ik angeldrager, onze familie Megalidae heeft zo z'n eigenschappen in het rond en dieper gat met betrekking tot huisvesten door de seizoenen heen.
Ons geslacht Osmia, is dan weliswaar deels invasief dus allochtoon, maar thuis zijn is waar je woon is en zelf bent, met hier zijn dus ook. Neemt het niet weg, in het algemeen, dat mortelen ons in de ziel gemetseld is en dat leem, een klodder slijm ons dient het gat te dichten met wat kroost in aanleg daarin.
Daarbij gaan tarsus in tarsus wij te werk met gelijktijdig leggen van nageslacht in het proviand en dichtmetselen langzamerhand. Met name mij zussen en een luttele broer wensen ons een behaaglijk onderkomen waar de zon opkomt en de dag door ook blijft schijnen.
Ik raakte enigszins bevlogen door deze zoemende toonzettende metseldame. In mijn nopjes met haar wensen, ten aanzien van metselen harer dopjes,  kwam mijn architectonisch wonder van ongeordend stapelen ten behoeve van de bijenorde vleugelslagen dichterbij. Vooral daar haar roodroeste reet er naar uitkeek om misschien zelfs in beton te nestelen. Terstond  vroeg ik haar even met mij op de wieken, vanuit de warmoezerij, te vergezellen naar mijn puinkegeltje; niets dan een gedachtenspinseltje vermaterialiseerde werkelijkheden. Aldaar een heus in beton gegoten bijenhotel te komen bewonderen, dat daarin als een blok was ingegraven.



Ze facetoogde (vriendelijk; zij is immer zachtaardig) het geheel duizenden blikken waardig.
Evenzo, waar daags na deze gewraakte invitatie, was zij reeds, metselbij waardig, een alleraardigst ingangetje aan het bewonderen. Geheel in lijn van de verwachting scharrelde manlief, zeer amoureus, ook al in die richting van deze thans bordeelgelijkende bijlmerachtige hoerenkast.
Metselbij waardig, dan nog even voor alle duidelijkheid; is het liefdesleven een, openbaring, voor mij althans. Zeer openhartig en bovenal openbaar een ovipare aangelegenheid die frivool wordt bedreven. Mijn gereformeerde roots noopte  mij zedig de ogen te loken bij deze handelingen.
Immers wie hemels leeft op aarde en daar de beest uithangt zal in de hel belanden. En zij, wellicht dus ook de bij, die een hel op aarde (mee-)maken komen later in de hemelse zalen van eeuwig sober en somberende werkbijen.
Het komt mij al te zeer voor, mede indachtig de oer-Hollandse bijensong, het lied der dwaze bijen, waar verweesde kinderschare met afgenomen moederwensen sloven zijn in een superorganisme van de sociale altruïstische heilstaat. Hoeveel te meer dan deze alleenstaande metselmoederszielen wier dagelijkse zin in een louterende geïndividualiseerd bestaan gelukzalig te aanschouwen. Hoewel met enige kramp om de hartspier het mij, manzijnde, anderzijds benauwt te weten dat de kerel metselbjj slechts dienstdoend zaaddonor is, met verder niet ter zake doen, een angstaanjagend evolutionair toekomstperspectief me dunkt.
Kort en goed;  het leven (uitgerust met vraagtekens) schenken is een tijdrovend schouwspel, zeker waar het tevens huisvesting betreft.

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief