Uit niets blijkt mijn gelijk.

04 juli 2008

Lang vervlogen tijd




Er is een windrichting die wel eens overwaait op gezette tijden. Van die momenten die je weleens ingelijst tegen komt op plaatjes . Veelal is dat een richtingsverkeer, je ziet dat aan de bomen, of een vlag die er op waait. Stilstaande beelden verder, bevroren tijd. Soms kun je het bulderen nog wel horen tussen de oren van hen die daar in gebleven zijn. Dat waren dan nog eens tijden dat het onderlopen kon, een tien op z'n minst voor de prestatie.
Vaker waait het over, als een zomerbriesje zoals vandaag. Gewoon een zonnestraal en meer nog bladeren die bewegen met het ritme dat zich er onder begeeft. Het ritselen heeft daarbij iets van kledingstukken en doen vermoeden dat er iets in de lucht zit. Dat valt meestal tegen.

Herinneringen doen ook weleens teruggrijpen naar zeewinden, zo een van met alle richtingen mee. Meestertijd trouweloze duurzaamheden, een ja woord, maar zeker niet voor de eeuwigheid laat rokjes verwaaien. Maar zoals gesteld met alle winden mee. Achttien is een willekeurig getal daarbij, dat telt dan zeker mee. Veel later, bijvoorvoorbeeld iets uitbeeldend met eenenachtig maakt meteen weer misbruik van deze herinnering. Warm, ziltig en vaker nog doet het veel stof opwaaien, eerder dan zand, met toezien hoe de lust vergaat. Duinpannen werken uitstekend mee.

Maar windrichtingen zijn gelukkig toch meestal heersend, weet de mevrouw van de tv. Zij schetst met windveren van radarbeelden in de atmosfeer, dat schept veelal verwachtingen. Zeker toen zij in positiejurk verscheen. Een speelbal zeker, iets uit de natuur. Warm weer met kans op neerslag mocht het zo uitkomen ook nog een keer.
Is het uit verkeerde hoek dan zijn het najaarsstormen, die gaan te keer. Vooral als er geen weet van was wie of de vader tijd is die daar een rol bij speelde.

Ik kijk vaak uit over graslanden op mijn blauwe ogen kun je geloven dat altijd deint als golven van de zee. Dan doe ik net alsof ik tien ben, ook zomaar voor mijn plezier. En zie dan voor mijn geestesoog een windrichting verschijnen. Wat opgeblazen meneer. Hij blaast hoog van de toren, vaak een hoogspanningsmast dat kun je zomaar horen. Gierend is hij tegen gesteld aan mij. De regen nadert op zulke momenten, bijvoorbeeld opgezette tijden, je weet die van die lijstjes of daaromtrent. Je weet dan bijna zeker, dadelijk valt hij stil. En met een donderslag bij heldere hemel schieten er schichten door elkaar. Alles vlucht naar nergens voor een onderkomen. Ik ga hurken bij een waterkant. Veiliger is het verhaal, eerder dan die dikke boom, die valt door de hoogspanning, of raakt beschimpt met teerstrepen waar, als ik daar stond er dood zou blijven staan. Gelukkig werd ik afgeleid met kikkerkwaken, kikkerbeet en kikkerdril.
Net tijdens de bliksem weerlichtte het op en zag ik hoe een kikker gele blaadjes versmaadde, het kroos doorbraak en in het verschijnend water spatterde het water van de regen. Die uiteindelijk ophield. Achter mij klaagde de zeurpiet over zijn opgezette boom van de foto. Hij was er niet zo zeker meer van wat houvast biedt, de steile oever of de stamboom die verkoold het leven liet. Ik krabbelde in mijn schrift een oorkonde voor het gras en de kikker die het daarin deed. Er glipte een druppel van de steel en de boterbloem die knikte mee. Ja zeker het was geschiet, het klaarde zoals vandaag de dag je mag verwachten met een zomerbries. Herhaaldelijk valt ie in herhaling en zie ik mensen tegen hem in fietsen voor hun gemak. Ook zij weten dat de terugweg vast en zeker meezit, mits ie niet met alle winden mee waait.

Gereformeerd

Als ooit herschapen om onduidelijke reden uit het moeras zoals anderen uit vuur. Dat is rondom Calvijn slechts omwille van woorden zijn volgelingen aangedaan. Een strijdbijl van slappe was en enkele bijbelse verhalen maakten telkens nieuwe principes en een ander godsdienstiger voor zijn nazaad. Hoofdzakelijk heren die dit leed bedachten in scheuringen veroorzaken. Tegenwoordig zouden die mannenbroeders voetballer zijn om dezelfde reden.
Maar goed het verhaal:

Hier kan niet meer geschoffeld worden, slechts selectief wieden maar meer ook niet. Steek uit het doornig rozet wat niet aanstaat of goed gezet is tegen het verdringen, windt er meer tijd dan toegestaan om het onmetelijke onmeetbaar te maken.
Er treedt een schaduw aan het licht en er kwam een lang vervlogen wens voorbij die mij herinnerde aan meisjesharen wapperend waar ik dankbaar als voor het gewas mijn hand naar uitstak. Afgeslagen. Hotpants gegoten om strak gespannen bilpartijen deden de verwachting sneller slaan om hoog gespannen verwachtingen die preuts om de hoek verschenen. Om het even bij wie de kassa rinkelde stonden ze te draaikonten ongedurig boodschappen te doen. De jeugd, ook de mijne, was bijna een uitgeveegde mantel, ik stonk daarna toen ik ontwaakte als door pek vergeven en doordrongen van een afwijzing die daar nu eenmaal uit voortkomt.
Uiteindelijk kwam het goed met onderhouden, iets te duur betaalde aandacht hield veel in maar hield geen stand met overleven in de roerige tijden van weleer.
Alles van waarde bezweek onder deze drk van nakijken van wat je hebt meegekregen, balast voor het leven. Ik droop vele male af als klaargekomen jongeling waar de vader ouderling hartstochtelijk genot verbood hij mij, om het even na te laten, om wat voor rede dan ook.
Alles vervloog geleidelijk onder de druk van tijd. De wieken maalde met het leven met de vooruitgang naar boven gericht een harde werkelijkheid, een materiële waarde . Als vluchtweg maar een binnenweg genomen om te behouden wat eigen is. Deze ontsnappingskans heet verbeelding zoals de jaarlijks drift daar van natuurlijk ontkiemen heet.

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief