Ze bedreven het voor mijn ogen. Vroeg nog, half zeven. Zeer opgetogen in een stekelige setting. In verwarring ontwaarde ik het neukend paar. Het was liefde op het eerste gezicht. Geen ander dan een oud verhaal. Zo maar, eens van het nest vervlied, treedt ook de paringsdrift in het verschiet van lentebeelden. Dit alles voor ogen, gelijk de voortplanting van geluiden. Dwars door het keukenraam naar binnen, staarde ik naar buiten toe begaan in lustig zingen.
Bitterkoud en toch zoveel liefde kan uitgelegd worden als een pril begin. De zin der dingen die levenscheppende geesten verzinnen. Dit is voor de lente geen nieuw gezicht. Een invalshoek, iets algemener, als wat mussen niet schuwen. Waar hun veren, strak in het pak, uitzinnig vroeg al opgeblazen tooien hoe behaaglijk warmte behouden kan worden.
Dit alles wel geluid, tot zang verheven, waarmee ik de buurvrouw bestierde, in deze ontluisterende ochtendnevel. Met zoveel grijs voor ogen. Zou ik ook haar met keelklanken te oreren, ongeremde zinnen preken? Als passie voor de geest. En zou zij dan zonder betekenisinhoud gaan staan piepen. "Hoe ongepast" en ik weer tjielpte hoger, zinloos "Heerlijk toch, we spelen alleen maar begeren".
Uit niets blijkt mijn gelijk.
09 april 2008
Black
Jack, trence coat, lang en - alsof de liefde hieruit verdicht - tot zwart voor ogen.
Velen, opvallend rode lippen, krulden bijna in de uitspraak tot licht erotisch - de witte tanden- opmerkelijk tot warm wollig aansprakelijk taalgebruik. En bovenal hoe dat daar bij uitkomt op gehoorafstand genoten.
Zo ervoer ik het - als dekmantel der liefde- om mij heen geslagen taalgebruik.
Een beschutting, al roken zij met z'n allen zo anders dan ik gewoonlijk was.
Warmer ook de omgeving, zo lijfelijk, zoveel, dicht op elkaar geplakte zinnen.
Het wit voor ogen verbleekte, tot mijn huidskleur - bewust geworden- terug.
Terug toch zag ik het daglicht en hoe het ook doorbrak. Ik was nat - maar wat beweegt mij -
door dit contrastrijk kleurverschil?
Blank zijn lijkt ook wel wat op
black van binnen, met wat lettergrepen
en één letter verschil aanstootgevend in de goede richting. Gesteld dat uiten ook een volgeschreven zwarte bladzijde oplevert.
Velen, opvallend rode lippen, krulden bijna in de uitspraak tot licht erotisch - de witte tanden- opmerkelijk tot warm wollig aansprakelijk taalgebruik. En bovenal hoe dat daar bij uitkomt op gehoorafstand genoten.
Zo ervoer ik het - als dekmantel der liefde- om mij heen geslagen taalgebruik.
Een beschutting, al roken zij met z'n allen zo anders dan ik gewoonlijk was.
Warmer ook de omgeving, zo lijfelijk, zoveel, dicht op elkaar geplakte zinnen.
Het wit voor ogen verbleekte, tot mijn huidskleur - bewust geworden- terug.
Terug toch zag ik het daglicht en hoe het ook doorbrak. Ik was nat - maar wat beweegt mij -
door dit contrastrijk kleurverschil?
Blank zijn lijkt ook wel wat op
black van binnen, met wat lettergrepen
en één letter verschil aanstootgevend in de goede richting. Gesteld dat uiten ook een volgeschreven zwarte bladzijde oplevert.
Abonneren op:
Posts (Atom)
Over mij
- ®
- Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.