Uit niets blijkt mijn gelijk.

07 augustus 2012

De ommekeer van een bandenplakker (die hijzelf doorsneed)

Relaas;
"Een uniek doktor species dat schier onmogelijk een oogje in het zeil hield onderwijl hij monnikte hoe in enger zin gevangen hij zat tussen de lippen van het verleden en de tanden van zijn geweten.".
Hij maalde goed en boerde des te beter, met bovenlangs het radar dat de wereld om hem heen in kaart bracht, nu ergens loepzuiver zijn taxonomie beschreven was.
In essentie was het een geitenbreier die iets met mengen en roeren had, maar onuitstaanbaar toch verkoos het vak van chirurgijn te gaan bedrijven. Met liefde zelfs, spoot hij op enigerlei wijs menig lid van het andere geslacht plat. Praktisch gesproken, in opportunistische zin; hij had met liefde voor het vak zich daaraan volledig overgegeven.

Als tor een bijna holistisch wezen dat, wanneer de harde dekschilden weken, zelfs spiritueel zeer bevlogen was. Het was dan ook een opgevoerde kever die ten tonele en ten voeten uit zijn ego streelde, zo voortjakkerend door zijn zelfbeklagvolleven. Hij voelde zich eerder dan ook zeer beknot alvorens hij verkoos zijn habitat als eilandbewoner verder voort te zetten, wetende dat tussen kruin en pan, wad en zand hij z'n niche wel had gekozen om het lot te tergen dat hij daar endemisch zat opgesloten. 

De tor had de uitstraling in uiterlijk vertoon dat zijn gelijke niet kende op dit eiland van gisteren, waarop hij zich de keizer waande. Ware het niet dat zijn publiek hem zag als de keizer. Al gaf zijn wederhelft hem nog zoveel grandeur, het is en bleef een oud narcistisch uitvergrote zeur. Die door zijn verleden als naakte waarheid  achterhaalt de keizer zonder kleren. Maar in de intimiderende intimiteit tussen eilandbewoners waagde niemand zich te stoten aan de harde dekschilden van zijn ego. En zo liet menigeen Zijne majesteit geloven in zijn onovertroffen kneuterigheid van het met zijn verleden voortzwoegend rondtollen met stront, zijnde mestkever, hem de illusie latend dat het geestelijk gestel van zijne hoogheid de paarlen voor de zwijnen waren, die hij in zichzelf bezat.

Het is zoals het is een goede tor betaamd (ze hebben naast paringsdrift zelden zorgdriften tenzij ze zo nu en dan voor spiegelkever spelen) moeilijk voor hem om over zijn nageslacht te verhalen wat hij onverrichterzake altijd achterliet. In onverzorgde staat, omdat zijn voortplantingsdriften van zijn zelfbeelden hem in staat stelden weg te snellen van dienstbaarheid aan het ras.. Het is een daad van onvermogen om een mestkeverachtige dit aan te rekenen. Immers wentelend in stront waant hij zich van de heilige plicht ontslagen om enig broedzorg te plegen uit naam van vaderschap.

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief