Zo onbevangen als je naar alles toe gaat wat op je pad komt, maar ook weggemaaid kan worden door de grote onverlaat, de dijkvoetvorst of een andere vandaal. Zij die je iedere ilussie ontnemen om te willen geloven dat vooruitgang, of wat danook, ook echt een beloofde toekomst geeft aan natuurwaarden.
Ik was op deze avond, vol onweer en regenverwachtingen naar de dijkvoet gegaan om de engelwortel gedag te zeggen.
Het beeld dat mij voor ogen stond was eenvoudig kabbelend water met enige wind en zon, hier en daar door gebroken. Zie, ik trof één enkel exemplaar met stralen krans omgeven. Wuivend aan het hard basalt, zwarte steen omgeven door zwart water met koppen als gesteente; de engelwortel. Daar tussen staat zij als laatste belofte van een te vroeg aangevangen lente.

Ik dwaal af. Terug naar mijn IJsselmeerkuststrookje. Openheid, zo medio 1956 gedichte dijklichamen omsloten als weelderige vrouwenarmen; de polder waarin ik woon. Moeder gelijk, hoedend en behoedend wat is droog gelegd of gevallen voor het groot gemaal. Wolkers doet het daar goed met zijn veelbelovende woorden "van snijdend water "gekerfd op gespleten stenen.
Gesneuveld omwille van...'t ja wat....? Is het wanen van de dag;
de minkunkelende
de kantonier die niets ontziende blinde onwetende regelzetters van ons aller veilig leven;
nieuw beleid tegen begroeiïng van dijkvoeten die maagdelijk blank dienen te blijven;
of spreekt hier de hengelaar naar vissenlijken zijn afkeer om ongestoord te kunnen vissen gewoon met wortel en al deze planten liet wijken.
Ik weet het niet en kijk slechts naar de resultaten in de kommetjes water, de bloemkroongetuigen van resten engelwortel. Zie de kop van mijn bericht naar deze bloemen van weer een natuurwaarde minder. En ik houd mijn hart vast voor de zwanenbloem. Wanneer zingt zij haar laatste lied?