Uit niets blijkt mijn gelijk.
20 augustus 2009
Het loodje
Het uur dat hij het loodje legde schoot als een dobber naar omhoog. Woorden zat om bij te komen na dit galgenmaal. De worm had eerder al gesnopen, pijnlijk, doorgestoken kaart. Als je toehapt ben je de sigaar. Je wordt nog even aan't lijntje gehouden, maar kortstondig, daar staat eventjes voor. Sterk water sleept je voort, de boel gespannen, iedereen zit klaar om toe te happen. Ik snap niets van dat verhaal. Zoveel doden én gewonden, da's toch raar? In een ander verband worden daarom wedstrijden gehouden. Wie heeft de grootste of wie trekttum eerder uit de sloot. De lul die wint heeft vaak iets in de hand dat ie nauwelijks kan bevatten. Zou z'n vrouw 't snappen, wellicht lekker 'nachts schat. Wanneer ik zit te vissen hangt zij' t buitenboord. Ja er is veel kroost van gekomen, het plant zich voort. Zoals je doet zoals het hoort, had ze maar mee moeten komen dan was't gedeeld genot. Nu is er de gevoelige plaat om aan te tonen dat vaders hengelen naar geluk waar moeders aan de pas moeten komen die de woord bij de daad voegt. Maar goed daarom is een worm vermoord, een vis van de verdrinkingsdood gered en hij ontzet aan de kant gezet. Zo wordt belang geschonden voor de goede zaak, een oorkonde en een kind op schoot. Bij't loodleggen is wat hapsnapwerk voor de vuistweg gelegd aan hen die'r voor aan de wieg gestaan wel beet hebben met niets aan de haak slaan.
Abonneren op:
Posts (Atom)
Over mij
- ®
- Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.