Uit niets blijkt mijn gelijk.

12 augustus 2012

Gebroerte

Ze hadden wel iets samen, meestal wel gezamenlijk, vaker echter liep het uit de hand.
Het leed dan ook geen twijfel hoeveel gemeenschappelijk dát was. In ieder geval hun vader.
Althans de aanname daaraan. De moeder was in ieder geval wel zorgzaam, zij gedroeg zich zo althans, ging daar zelfs gekleed onder. Hetgeen in het licht van zijn tijdgeest niet zo vreemd was, dat althans.
De wasdom kwam vanzelfsprekend aan de orde, ook hetgeen er niet toe deed. Veelal was dat wat aangedikt, maar soms trok men zelfs dat niet in twijfel. Ze trokken in die verstreken tijd ook veel op aan elkaar, de een deed zeker niet voor de ander onder. Daartoe scheelde zelfs de leeftijd hen niet veel. Opvoedkundig was toch een de jongste, bijna, wel haast, het zwakkere geslacht. Maar de moeder zag glashelder iedere zaterdag wel dat de zonen steeds vaker in het gelid gelijkwaardig voor haar stonden. De teil, ja inderdaad die van de vuile was, waren zij ruimschoots ontgroeid die dagen.

Iemand vroeg zich zo nu en dan wel eens af wie van de twee de dader was, zo moeilijk was het uit elkaar halen. Zelfs ging het wel geweldig hardhandig met elkaar gepaard, maar net zo vaak ook hand in hand om te verdedigen wat zeker niet voor ouders was.
Zo verstreken de jaren opvoedkundig, aardig toch, zo naast elkaar gezet behoorlijk, niet waar?
Er werd naast sport iets aan opleiden gedaan, ze behaalde allerlei. Daardoor leek de een gewiekster, de ander kwam echter beter uit de verf.

Sprekend, ja dat wel, tot op zekere hoogte. Het opgroeien veranderde tot uit elkaar groeien. Ze groeten elkander steeds, maar minder vanzelfsprekend was dat wel. Uiteindelijk was de trefkans erg laag, daar eentje naar het noorden uitweek. Het heette zelf dat hij lichtelijk autistisch leek, maar in de praktijk bakte de ander daar iets meer van, naar later bleek.
Hij die noordelijker neerstreek plantte veelal veel en zodoende wortelde hij goed, boerde minder naar het scheen, maar allee men was tevree met wat hij deed. Het spookte soms hoe toch uit moederschoot ontsproten twee loten daar door dezelfde vader waren gepoot. Iedereen hield van paas en vree, men verbaasde om die reden dus niet.

De achterblijver had wat heil gezocht bij de hulpverlening tot wat betaalde dienstverlening, trof het goed, en trof zowaar een wederhelft. Het kon zo vaak door een deur, dat het er van kwam om die dan maar te delen, voordeurdelers bestonden toen nog niet. Dus leek aardiger op in het echt gebonden, hoewel ook dat leed twijfel. Bovendien, niet onbelangrijk, wensten zij beiden uit te wijken, de vastigheid daar onder de knoet beviel geen van beiden.vertrekken lag alras ook voor de hand. De broederliefde werd zowaar weer opgerakeld en brandende goed. Naar een ieders tevreden werd delen iets bedrijfsmatiger op maat gesneden. De een ging telen en vermenigvuldigen, de ander deed het vaker buitenshuis. Het was niet zo verbazingwekkend dat er bedrijfsvoering in zat. Kinderschare met handen aan het bed, kwamen niet aan zetten, dus was de basis snel gelegd. De een beheerde, de ander ook de slappe was.jaren verstreken onderhand al arbeidzaam tot één leven. Vergroeide zelfs daarmee hun samen zijn, nog groter dan de irritatie.

Jaren verstreken tegen de wilde haren, woest uiterlijk werd wel geslepen tot een langzaam groeiende stapel, die absoluut niet gedeugd,noch geduld, kon worden. Zij spraken elkaar wel, ook wel wat vaker buiten het gerail, of dat zo goed werd geschreven deed niet ter zake, het kwam niet neer op handgemeen, gereedschap had wel iets om mee te wieden en te zagen of te poten, maar kwaad zaad schoot door de jaren overal op. Vechten tegen de bierkaai, karakters enzo meer, alles werd erbij gesleept om naar elkaar iets aan te tonen wat niet boterde. Eigenschappen waarop van alles was opgetast lag werden van stal gehaald, eveneens wat oude koeien, zelfs het al vaker verdronken kalf.

Niet dat die beesten er echt waren, maar dat deed ook niets ter zake, het ging slechts om behaald effect. Misschien lag luizenplaag tot duiden beter op de maag. Berooid betichten zij elkaar in gewetensnood hoe toch niet tot broeder moord maar zoveel eerder al ontworsteld te raken uit elkaar. Het werd een hamerstukje op papier wat beide tekenden, hetgeen tekenend was voor elkaar. De boedel, poet en wat zomeer moest ontrafeld worden tot op de cent. Het schikte dat geen van beide schikte in de min. Het aflossen van schuld, inlossen van incasseringsvermogen, ach dat liep wel bovendien.

Ze tuinden er beiden in. De een fokte verder met geselecteerde rassenteelt z'n planten, de ander wist het zonet nog niet. Maar nu, naar het schijnt, verwaarloost hij zijn erfdeel. Alles overwoekerd aan de ene kant, terwijl anderzijds goed bleef groeien. Salomonsoordeel werkte maar halfslachtig over en weer de haagaanplant.
De broeren waren niet goed gezind, stemde nauwelijks overeen strikt genomen lijkt alles voor dit moment zeer definitief. De buurt ziet op gepaste afstand toe met argusogen in het achterhoofd houdend hun hart stiekempjes vast.

Hoe gaat dit verlopen of houdt dit stand. Zo twee contrasten, bijna antipoden uit een cel, tot gedeelde blastomeren van voortwoekerend kwaad. Boosheid, is dat iets wegebbaars? Zouden handen nog eens neigen naar uitsteken of gebald verder door het leven gaan. Geen idee! Men velt geen oordeel over beiden, meestentijds zijn omstanders iets omslachtiger beiden zonen uit een nest welgezind, maar dat helpt hen geen meter nader dan verder wijken van elkaar.

De tuinpoort, toegang tot wat ooit leek op het paradijs blijft onomwonden gemeenplaats tot verschaffen van toegang tot hun beide werkelijkheid zonder elkaar te raken treffen zij zelden nog. Er vliegen wel veel insecten over en weer die wat bestuiven dat zaad geeft in beider bodem. Maar de kiemen schieten door en planten bitterzoet verlangen in volharden onkruid in hun gedachtengangen die beiden driftig schoffelen laat.

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief