Uit niets blijkt mijn gelijk.
28 januari 2010
Geleedpotig
In geheime muizen nissen lagen op pissebedden zilvervisjes elkaar te kakkerlakken. Zwart zag het daardoor van duizend poten die engerlingen opspoorden tot ze deze konden nematoden met hun spinnenpoten die de benen van de hooiwagens namen omdat die beter uit de verf kwamen bij de mestkevers die weer pillen draaiden rond hun koeienvlaaien waarin strontvliegen doodleuk eieren legden voor de doodgravers en de mierenneukers. Waarmee zonder ophef in het kringloopje sluiten horensdol de stomme veestapel daasden dat ze van binnenuit door paardenhorzels gestoken opgevreten waren tot uitgeholde kadavers waaromheen die rotganzen zich plezierden in het riet dat vol met parasieten tot afgestompte groeiloten getrokken het hun tot lot aantrokken hoe kansrijk toch de aaskever met een klavertje onder een hoedje speelde met de schoppenboer die weer verziekt op zijn beurt door de hartenvrouw in het nauwgedreven hun puinhoop inzagen van de falliete inboedel waarin alles zo verrot begon.
het lied van de meervoudige eenzaamheid
Ik ben de wind die om je huilt de lucht die in en uit je komt die vogel uit je prilste jeugd die van je hield maar weer je droom in vervloog uiteindelijk je omgaf met alles waarom je gaf in één adem uit je komt als pluim die je zachtjes opwond terwijl de mist optrok weer zichtbaar aan de oever wordt waarlangs je heen de rivier doorstroomt en ik als water uit je loopt terwijl jij daar heel erg stil van wordt hoe ik uitgekauwd wegdreef als losse veer dat jij op gespanne voet door het gevogel niet los had willen laten gaan
(Geheel
ontleestekend gelijk
zonder zichtbaar verband
stromend water één
geheel)
(Geheel
ontleestekend gelijk
zonder zichtbaar verband
stromend water één
geheel)
Abonneren op:
Posts (Atom)
Over mij
- ®
- Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.