Uit niets blijkt mijn gelijk.

11 juni 2011

De Japanse tuin. II (en nog één Albert kuip)

Een haiku op z'n minst. Te beginnen met zeven pollen sneeuwklok midden in een verder groen gazon. Althans als een veldje van hooguit 5x5 meter die statusverhogende titel voeren mag. In ieder geval omzoomd met vijf stevige stukken metselwerk, paaltjes met een stoeptegel elk afgewerkt. Het ritme zit er aardig in, met name wanneer de klokken uitgebloeid zijn. Dan steken plukjes groen loof de loef af met omliggend gras.

Alles wordt gestaafd aan tijd en werkelijkheid. Er zijn zelfs momenten dat hij zich op een zeer warme dag verleiden laat. Dat was vorig jaar, hoog zomer, dat een imker hem wees op dracht. Drachtplanten, een gewas voor bijenteelt. Zijn maairegime zou daar veel leed veroorzaken aan het bijenvolk wanneer te vroeg de klaver uit het gazonnetje het moest gaan ontgelden door zijn grasmachien.
Hij was ontroerd dat door zijn welwillendheid het volkje met vlijt zijn tuin aandeed. En hij sprak aldus, kijk dit zijn vrouwen van Dirk, de imker, die hier de honing halen uit mijn klaverveld. Er zitten zelfs hommels bij, sprak hij met enige vervoering in zijn verder weerbarstige stem.
De beraadslaging over wel en wee van de imkerij vond eerder in de schaduw plaats tegen het huis waar hij werd groot gebracht. Daar kijkend over zijn bloemenwei heeft hij van bij en bloem vernomen. Imiddels ruim de zestig al gepasseerd, toch een stevig onderricht genoten van hoe of het er in het dagelijks leven toegaat.
Achterom schoffelde hij verwoed diezelfde dag voor de zoveelste keer zijn naakte akkertje bloot.

Zwart moest de grond blaken, vrij van enig kruid. Wieden is perslot een weldaad voor deze ooit begroeide moestuin, zijn moes haar tuin.
Die vrouw, waarvan hij vertelde dat ze van dit huis uit was heen gegaan, was de laatste die de groenteteelt daarop die dode akker pleegde.
Communiceren over die verleden tijd doet hij niet, wat geweest, is is geweest; daar proat tu nie meer oover. Zoiets maar dan nog steviger aangezet zijn levensfilosofie. Terugkijken doe je alleen maar in z'n achteruit. Bijvoorbeeld in zijn 2 tak automobiel van 45 kilometer per uur, hooguit, maar snel genoeg voor hem.

Het ritme van de eenzaamheid tikt traag door de wind bewogen in de zendmast achter zijn huis van daaruit werd in vroeger jaren de radio golfbreker uitgezonden. Althans die ambitie staat op een bordje achter de voorruit. Het was het precomputer tijdperk toen bakkies nog het gespreksonderwerp van de dag waren voor menig trucker, zeiler en uiteraard hij met zijn motorboot. Die schuit waarmee hij jaarlijks het voor en na seizoen mee afsluit met op het droge leggen. Hij is daar stil bij blijven staan toen digitaal gesproken de IT een plaagvorm werd.

Het gaat altijd over natuur in zeker verband. Dat zijn dus versvormpjes op z'n Japans waar hij geen notie aan nam maar doodleuk als een onbeschreven wet toepast op zijn allerdaagse leven. Vijf dagen in de week van zeven op een veldje van zeg vijf meter. Daar ligt de tijd uitgetekend vast op sneeuwklokjes die van zich laten spreken. Jaarlijks, de enige bloeimomenten in zijn leven, maar nu wel verrijkt met een gekregen potje klaverhoning uit eigen tuin.

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief