Uit niets blijkt mijn gelijk.

03 april 2011

Wegkijken (Noordpolderzijl)*

Je kijkt hier al gauw tientalle kilometers ver.
Terwijl je daar uren voor om moet lopen op, vreemd genoeg, zijn het de meest rechte wegen die leiden naar een doel.
Er valt hier ook niets af te steken dat de boer niet eerder al heeft uitgevoerd, of met afsteken zelfs oude dijklichamen mee heeft doorsneden. Dijkcopures zijn dat met een mooi woord om alleen recht voor doorgang te verschaffen aan zijn produktensfeer. (Rechtlijnigheid is hier opgegroeid en kent vele rare sporen op het argrarische vlak zijnde de groene revolutie, een oude gedachte.)
Een ijsboer trouwens, die het van de zon moet hebben om rond te komen.
's Winters is het hier een ander verhaal dat rondwaart. Dan veranderen tochten juist in ijsgangen; wanneer de verzilting dat toelaat.

Het waterschap, dat dol op malen water rondpompt, heeft het druk met onderhouden van een zeker peilbeheer op niveau te houden.
Er zitten trouwens vrouwen aan het roer die niets van omliggend water weten, maar mensen mennen voor de kost, omdat ze daar nog een verhaal aan kunnen breien met iemand de das omdoen.

Er woont hier verderop gewoon een man, Hij was waartman, zou eenvoudig dijkgraaf kunnen zijn, hij overziet immers alles vanaf de kruin bezien. Hij, die gewoonlijk van de gebaande wegen afdwaalt en daar een kerkenpad van maakt. In ieder geval op zondagen. Dan gaat hij wars van alles in het zwart gekleed alsof hij ten grave gedragen wordt om godswoord aan te horen. Terwijl juist onder zijn voeten het slijk der aarde beweegt alsof dat de gewoonste zaak ter wereld is.

Maar dat alles dus op doordeweekse dagen. En dit alles aan de dijkvoet van zijn bestaan. Hij vertegenwoordigt de illusie dat het om zijn ambacht draait. In tegenstelling tot zijn bazinnen heeft hij weet van water en hoe de beweging daarin omgaat. Dat eb en vloed verdragen is een geladen getijdenbeweging waarop het schutten is gebaseerd, ooit, toen men nog bij zijlvest het ruime sop koos voor de broodwinning met vis en zeehond.

Maar dat alles ligt ver achter zijn geweten opgeslagen in een oude beheerschuur. Een keet overigens waar de waterstaat ooit beheertaken vanuit uitvoerde toen zij het aldaar nog voor het vertellen hadden. Bijvoorbeeld voor de klimaatdijk die in essentie watersnood voorkomt voor alle zekerheden.

Maar dat alles is dus verleden tijd.


* een organistisch maar zeker niet secsistisch verhaaltje. Niet anders dan de onomstotelijke verwerpelijkheid dat de zowelvrouwen en de alswelmannen hun charme verliezen in zekere lagen van organisatorisch verband met steeds meer op elkaar te lijken dan gelijkonwaardig zijn.

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief