Uit niets blijkt mijn gelijk.

01 april 2011

het vernauwde leven*

Op zijn spiegel in de achteruit, bezag hij de wereld, een werelddeel, rond vanuit een drieledigheid; ter linker- en ter rechter-zijde vanaf de buitenzijde, maar hoofdzakelijk van binnenuit en rechtvooruit dé achteruitkijkspiegel in breedbeeld bijna alles omvattend.( met wat wrikken en bewegen kon hij zelfs zichzelf zien zitten, hetgeen uitzonderlijk is.)

Het schakelen ging gedachteloos, er was geen keuze dan terug te koppelen, soms tandenknarsend. Maar met meestentijds vooruit was dat luttele moment een verwaarloosbaar feit.de verwondering, als daar al sprake van was, lag eerder in het contrast. Vooruit met oogverblindend tegenlicht leek alles blauw, en van achterop bezien toch weer groener dan verwacht. Die kleurenblindheid nam hij voor lief in de intieme beslotenheid van het automobiel. Al bewoog de wind, hij kon het raden maar ook in de kruinen voorzien, kwam niet voort uit zijn voortrazend voertuig dat enkel op benzine reed, wel veel lucht verplaatsend achter hem liet. Tot hij besloot om in zijn achteruit het kalmer aan te doen.

Zijn leven was een mooie dood, een kist die steeds hechter zich omsloot tot het deksel hem het laatste zicht ontnam van wat een mens nog vrijheid noemt met rondom kijken. Alles was vast en zeker, zelfs de handvatten om zijn handeltje te bergen in een graf ontbraken niet aan zijn chronische houvast tot zekerheden. Hij was zoals gezegd een levend bewijs van de overleden man die springlevend in zijn doorzonleven tot uitdrukking kwam. Je zou het zelfexpressie kunnen noemen. Zo vormt het leven als een mooie dood een schril contrast mrt sterven in een uitgestroven stad vol mensen die het zelf niet weten dat ze bestaan.

Met het ten hemelgaan, hetgeen hij zich gemiddeld drie á vier keer per week voornam, zoals ie vroeger gewoon was alleen op zondag te genieten, zou hij genius (zijn metgezel) achterlaten. Als eenling moet het zalig zijn om eindelijk eenzaam te kunnen vertoeven in een andermaals. Hij wist niet beter dan na zijn ontkerstening was van een hemelvaart, iets voor zaligmakenden, geen sprake voor mensen die ongekend godsdienstig zijn. Eenlingen zijn ook wel omkranst met vier ledenmaten, vrienden voor het leven die de motoriek voorstellen en daarnaast handig bij 't voortplanten. Hoewel dat enkele lidsteng, dat er meestentijds lodderig bijhangt, er alleen toe in staat was. Was wat hand-& voet-werk aangenaam in de waan van vertoeven waar genius meestal verbleef.

Hoe dan te denken over het vernauwde leven? In eenvoudig en louter uitgepelde zinnen is vernauwd leven een kaal en bloot bestaan. Ontstaan uit armoede van twee dartelende cellen die ongedwongen versmolten tot een gebakken ei. Het leven fixeerde in een geheel van veelvuldige delingen en vergat de oorspronkelijkheid van eisprong en zaadlozing. Slechts luttele verpozingen in een geslachtelijke daad herinneren nog aan deze twee eenheid. Een samenkomst van zelfstandige genotsmomenten die achteraf weer slechts een herinnering aan verbondenheid geven van deze samenscholing van elementaire levenstekens beschreven in elkaar. Nog slechts schuwe schaduwdieren van elkaar met inbegrip van elkaars vleselijke aanwezigheid wel in de geest van de versmelting, maar los daarvan een engheid in zichzelf van twee levende wezens.
Iedereen had Leaves of grass willen schrijven, ik ook.
Whitman had mij moeten heten ware ik eerder en zeker niet te laat geboren.
Zo'n sprietje bijna een eeuw voor mijn geboortejaar verschenen donker groen werkje grasbladen, er stond geen naam bij, was ik er, was ik het, maar...
Om te beginnen jezelf bejubelen en iedereen daarmee tooien waarmee ik ook mezelf willen tooien, alle goeds voor iedereen.

Hij deed wat ik doe, lantefanter zielsveel met zichzelf op z'n Engels " lean of loafe" in zomers gras, bijna strootjes in de mond en strohoed op het hoofd. Zo beginnen is een droom. Je dampt wat, ademt in en uit. Ziet de rook, nog dronken van de ochtenden beneveld, ware ik een alocoholicus.

Helaas, mijn huis geurt niet en staat niet vol reukwerk op schappen anders dan oude boeken uit een onwelriekend anti-quariaat. Maar gelukkig heeft ook Whitman geen smakende lucht, is reukloos, en ook ik ben een aanbidder aan de bosrand luisterend naar lichtharpen door de zon bespeelt van dampen die dorsten naar een aanbidder van deze niet bestaande bosbrand die daaruit slaat.

Ook ik brand van verlangen over een gezonde staat van eigen adem, echoën en fluiteringen van de zijde draad die uit-, en in- blazen gelijker met een kloppend hart. Vleugjes stro, vers gras en wolken stuifmeel die de neusvleugels tintelen laat, wanneer de mobiliteit, Whitman nog ontbeerde, maar ik op mijn gehoor luidruchtig waarneem van uitlaatgassen uit voortjakkerende voortvluchtigen uit deze, mijn, tijd.


* jumping at shadows.

( Thats what it's al about.)

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief