Uit niets blijkt mijn gelijk.

08 februari 2010

Rik

Het kon raken, handen waarmee hij een schop uitspaarde, troffen zelden uitgeslagen doel. Hij, een man nog niet op jaren, onder gedoken in huis en haard. Wat schamel maar het staat als een huis met kwekerij. Waar de ambitie zich jaarlijks in pootgoed vergaapt. Verpot en wel te koop een omzet die er met zijn tijd vandoor gaat.Hij haalt de winter zomers al in huis, verslaat zijn vrouw in 't nauw met inkomsten van de kraam. Die jaarlijks bemenst met eigen waar de drommen gepasioneerde gepensioeneerde onderwijzers het vuil onder de nagels krabt met botanie op potjes latijnse taal. Ze verstaan elkaar, de importtuinder en de alochtone noorderling, in vlekkeloze importtaal met foutloos voorspellende kluiten aarde rondom een sprietje uniek plantmateriaal. Dat alles voor veel geld de sier moet maken bij de buren die al lezend een Oase aan plezier beleven, begerenswaardig in het aangeharkte paradijs. Een weerspiegeling in de behoefte van pure natuur is hij de marskramer die leurt.Gevluchte randstedelijke zorgverlener nu asielzoeker op het hoge land, een potsiermaker die zijn handen vuil maakt aan het hofje van de welverdienende pastinaak, z'n ega goudsbloem of beppe guldenroede waarmee de familienaam gemaakt werd in de welvaart.

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief