Uit niets blijkt mijn gelijk.

24 december 2009

ik schrijf

in de regel niets. Daardoor is het onmogelijk om tussen de regels te lezen. Er staat immers niets. Een woord van hooguit vijf letters leegte. Dat geeft alleen maar aan hoe weinig leeg is. Meer dan luttele lijnen is er niet.

Een letter minder dus. Steeds minder ruimte om te zeggen wat er niet is. Hoe noorderlijker je ook in de regel bent hoe leger ook het niets. Al wordt het vaak dubbel onkent, in het noorden beknotten ze zelfs nie. Wat inhoud dat, ondanks de waanzinnige leegte van uitgesterkte teelten op de ruggen van de regels, het er nie in zit dat er wat tussen loof van piepers en loomte van de verdiepte regels zich nog iets bevindt. Niets anders dus dan bijzonder lange uitgestrekte zinnen maar wel in ingewikkelde regels. Slechts drie letters resten hier met zeggen dat niets niks niet nie is.

De vraagt blijft, of rijst, of daalt met of het nog minder kan? En ja, dat is hiermee gebleken en bewezen. Want in de regel van minder staat zelfs niet meer te lezen, dat het daarom gaat.

Dus overstijgend aan het noordelijk nie ligt niets ten grondslag. Maar dat is niet noodzakelijker het wad.(Liever hardop uit te spreken dat te lezen wat het wad is dat niet wordt beschreven.)

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief