Uit niets blijkt mijn gelijk.

26 augustus 2009

Dijk waarop ik uitkijk.

Toen ik alleen vertrok,
hoe bijzonder,
verdween het zicht al
met een vette streep
er onder.


De markante dijk, een vette horizon met een auto d'r op. Soms licht roodgloeiend, het meer daarachter op. Geluid gaat hier om't uitsterven gepaard met wolken en zeilschepen. Een zon dooft gewoon wat fel gekant tegen haar ondergang. Een streep er door steelt licht, overdreven bladstil weer. De windmolen gaat niet meer tekeer, en moeizaam zwoegt een vliegtuig met het opgang houden van een geluidspoor.

Onverbiddelijk komt de nacht omhoog.
Dansend in de kilte van de muggenzifters schift een vogel het fuik voor paal. Ik keek uit op twaalf palen waarop een vogel juist neerstreek met verjagen van de enige meeuw die daarvan af op uitkeek.

Geen oog rust voor het slapen gaan, miljoenen facetten van't recht bestrijden in het eendagsbestaan. Na verloop van tijd sterven alle schuiten uit. Nog één geluid, een bonkende kolenboot, zwaar beladen maar wel vooruit.

We kwamen hier in het repeteren met afscheid nemen. Daar waar de windveren over water gerust de plaats beschrijven om heen te gaan, terwijl de zeilboten kalm huiswaarts keren.

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief