Uit niets blijkt mijn gelijk.

06 maart 2009

Hij haalt haar weg

Nooit tegen betaling groeide een band. Overal aanwezig, zo langzamerhand. Haar te over, zo dominant. Hetzij te horen of kwam goed gezien zijn neusgaten uit. Hij wist haar genoegzaam aanwezig zijn.

Hij was haar zat. De schaar bleek daar geknipt voor te zijn. Zijn gehoor moest uitgemest van haar, daarnaast waren ook zijn neusgaten door haar geparfumeurd geneuzel aan de beurt.
Overal waar het met haar beklijfde van haar. Zijn lijf gaf dan ook teveel weerstand en leek op haar.
Het liefst bestreden met huid en haar maar op kleinere schaal. Geschoren kon zij in haarzakje ongeschaad maar onderdrukt en mocht zo misschien nog net niet geharst daar blijven.

Zo uit de lucht gegrepen en om lucht te geven met het krijgen was hij genoodzaakt haar de verwijderingsbijdrage te overhandigen. Geschoren was hij eindelijk gescheiden van wat met haar leeft. Enige uitzonderingen daar gelaten die hem boven het hoofd groeide, en wat ook later bleek, over het hoofd, opvallend genoeg, gezien werden. Wat haar, ook bleek.

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief