Uit niets blijkt mijn gelijk.

23 juli 2008

Oor - log - boeken

Je vergeet gemakshalve de S en het lijkt op vakantie boeken naar een oorlogsgebied.
Niets is minder waar zolang er maar over geschreven wordt, is een retourtje kringloop-, ramsj-, tweedehands- of advertentiesite boekenkraam toereikend. Ik stond laatst voor een boekenkraam, o, o, o, de boeken stonden in de rij, zo, zo, zo, zo, ze stonden daar vergeten raar, ze keken alleen maar naar elkaar en deden allemaal zo, zo, zo, zo ze deden allemaal ZO. Of er iets achter de ruggen schuil gaat dat vergeten dient te worden lag op alle bladranden stof toen ik ze kocht.
Maar een gemeenschappelijke factor hebben ze gemeen. Het verslaan van WO II en een ruime marge daar - om - heen. Eerst moest ik die periode 40 - 45 vullen met afstandelijke verhalen van m'n ouders. Weinig nieuws en veel verzwijgen. Verzet en wat er nog meer geboden werd, maar meer ook niet. Onderduiken deden ze ook in vredestijd.
Uiteindelijk raak je in filmdoeken verzeild iets teveel geweld gepleegd en vergeten hoe die acteurs heette. Het deed ook niet ter zake, je maakte gewoon je eigen verhaal. Er gebeurde op meer dan 700 km omtrek altijd wel iets wreeds waar je je aan moest storen. Desnoods omwille van de goede indruk. Zo liepen er protestoptochten door de straten te schreeuwen met ergens fel tegen of fervent voorstander mee zijn. Iedereen leek altijd wel op een standpunt te staan met duidelijk zo een innemen. Als bittere pil, of zoete koek. Zelfs kerkgemeenschappen deelden de wereld van goed en kwaad in met partijen kiezen. Roodgevaar en kille oorlogstaal, waar ook angstzweet van atoomgeweld bij hoorde. Prachtige paddestoelen overigens leverde dat angstzweet wel op. Het paste bij keurslijven die broeierig tegen elkaar wreven. Plakten, gestilleerd een nagemaakt vredesteken van het antiatoomwezen. We waren bevreest, althans we de deden toen in nauwe kring, net uit de kerkelijke kring bevrijdt, doen voorkomen dat we ergens anders bij hoorde dat bewust leefde of zich ergens aan stoorde. Dat moest, dat hoorde, zo zijn nu eenmaal afvallige calvijnisten, zij dienen een profiel te hebben en een schoon blazoen. Verder genoot een seksuele uitspatting de voorkeur om te bewijzen dat je los was van een vies verleden. Maar alles waait over of verliest al slijtend in de tijd haar scherpe randen, tanden en krijgt een kunstgebit. In genomen stellingen worden langzaam afgebroken. Je kijkt goed uit naar nieuwe vrienden krijgen, immers ook zij verhuichelen, of gereformeerder nog verloochenen hun principieel verleden. Ideologie werd iets op papier om mee te heulen. geloofsbelijdenissen leken op anti-kapitalisme mits het paste bij de gezinsauto. Kopschuw televisie kijken, ook uit de boze, kon nog net met zwart wit kijken. Excuses maken naar de ouders die de omwenteling al zagen aankomen en je weer thuis verwelkomde. Al voldeed je niet volledig aan hun wens, je was immers al uitgeschreven. Dus veel dan weer meer gaan consumeren deed je niet. Ze genoten in volle teugen van kleinkinderen en overvolle kersttaferelen. Men was genoegzaam en tevreden. Dat viel tegen. maar ach jeugdzonden hé, vroeger was het die domme strijd van goed en kwaad, vermaterialiseerd in westers denken en zondebokken die het allemaal niet wisten. Wij wel, wij waren immers zeer betrokken en rechtschapen. Konden kiezen zonder welvaart te verliezen. Antirookcampagnes leverde altijd krantverbrandende rituelen of protestoptochten voor de gevel bij een krant die je nu niet eens meer stiekem leest. Schreeuwend ongelijk, alweer een nieuwe auto, lcd tv, of groter wonen. Sinds de sixties is alles er wel op vooruit gegaan. Wat vroeger onomstotelijk dreigde met een stille lente was achteraf gezien toch waar. Er is ook zoveel verdwenen, schappen vullen zich met houtsnedig papier over verdwenen oerwouden. Ja zorgwekkend, vroeger en nu des temeer.

Veel gesus en nog meer gezo, je raakt belezen. Weet van wanten en vast inkomen. Dat geef je geenszins prijs. Je mag, door de verzakelijking heen, weer in een spijkerbroek lopen. Heel modern en heel gewoon. Hypocriet, dat gaf je je ouders mee, maar meer op hun dan ze zelf waren kun je haast niet lijken. Je bent verslingerd in de letteren, duikt boeken op om te beleven wat iedereen bezielde uit de tijd waar jij uit voorkomt als babyboomer. Er staat geschreven, gedrukt en te beleven veel van op papier. Bejubeld door onze commentatoren, gezaghebbers op ieder termijn van literair beleven. The New York times voor op, blaast hoger van de toren over allerlei hemelbestormende auteurs. Dat gaat eenvoudig vanuit een wolkenkrabber, je wordt geloofd. Gelogenstraft ook, met tegen betaling van luttele euri met terugwerkende kracht, maar op volle toeren de inhaalslag te behalen die haalde uit de zwaartekracht van Gravity's rainbow. Ja zo waanzinnig moet het zijn geweest. Pynchon kon het weten, ik las en kon belijden, ja en amen, te gek voor woorden. Het betrof een kletsnatte jongensdroom die waanzinnig explodeerde met een handgranaat. Bloeddorstig dan een lijnvlucht richting Germany was moordlustige maar weldadige songs die gelijk de poezie, uitgekraamd, daarin stonden. Geld speelde toen ook geen rol. Een bijbelsverhaal voor tegenwoordig.

Later, veel later, haalde je nog in je hoofd de verhaallijn van Thelen binnen. Omvoorstelbaar veel gemist. Hoe hadden jaren kunnen verstrijken, zo vergeten was bijna geen. Het eiland van het tweede gezicht, was voor jou een blamage op het eerste gezicht. Wat gelukkig, gode zij geprezen, met inhalend lezen werd ingehaald. Een beleving, verengt als een eiland en nota bene zelfs herkenbaar geschreven in bijna Nederlandse literatuur verhalende lijnen. Een vlucht uiteindelijk dwars door de tijd en wars van heulen beschreef Thelen de geboorte van een nieuwe eeuw haar barensweeën. Ach en wee er werd geleden. Je leert zo ook nog eens dat naast veel goede joden, ze uiteindelijk, ook heel gemeen, leefde van hun zakelijk heden, voornamelijk ideologische geldkranen, smeermiddelen voor de taal.
Nog één, van de hand van een boer uit Australië, Les Murray, nooit van gehoord, schreef, gedicht en onverstoord de decennia van de de 20ste eeuw vanuit een matroos zijn ogen. Fredy Neptune de god der zee, zwierf door alle tijden en maakte de slachthuizen van de turken in Armenie tot en met de eerste wereldoorlog in Europa tot de moffen die er uit voorkwamen, de door de papen geprezen derde rijkers. In het kielzog kwam fascisme, pril en maagdelijk erin voor. Een regime van veel trots en vaderlandsliefde dat in al die boeken geweldig is beschreven, vormt nu mijn oorlogsbibliotheek. Ik was mijn geweten met de stellingen vullen met over de 3000 bladen papier, schaf een e-book reader aan en verklein de werkelijkheid tot luttele kilobytes. Zo valt het verleden mee, is minder groots en meeslepend.

18 juli 2008

Het brood dat wij braken

gaf telkens over
zichzelf uit.
zelfgenoegzaam ontwaken maakte dat de dageraad goud spon om de dundruk waaruit belezen de heren herrezen die over alles nadacht de moederkoek voor lief namen. Veel meer god was niet te vrezen dan het woord waar het voor stond. Alsem en ons water verbitterde tot tranen. Tekort geschoten in alle opzichten van aangezicht tot aanzicht op het aambeeld aangericht smeedde men staal tot tuchtcolleges, hoorzittingen voor hen die horen hoe hiernamaals klonk. Bezopen op z'n minst.

16 juli 2008

ontuchtigend ontnuchtigen

Er is een bepaalde betredingsdruk waar en boven gras moet wijken. Bloot als de waarheid de aarde zich toont met wat is; de ontbroken naakte waarheid.
Op een naastliggend ogenblik stond nog een uiltje te knappen. Het was een glasachtige dag die dag dat alles langzaam aan verlandde: Naar waar kusten vol van zijn.Van meisjes die aan het ontharen zijn, ook mannen spaarzaam gekleed stonden te likkenbaarden toen alles al geschoren bleek leek, nog.

De kaalheid was heer en meester en alles liep op z'n laatste benen wat gladjes en maar keken hoe het verder afliep. Alles wiegde boezem, water moedertaal. Enigszins stekelig ook langdurig en langdradigheden groeide ook weer aan de huid. Aanstonds aanstootgevend ongenoegen waar het huid en haar betrof. Een egel ontrolde uit de dag de schemer in zo voorvoelde zijn hand al klauterend de venusheuvel met rood voor ogen van pommes d'amour en haar niet zinde.
Ook hij was zijn benen glad vergeten en de getijden wisselden met stemming nemen elkander rapper af.

Er kwam eb en vloed en weerom eb, de wind stak op en werd aflanderiger terwijl de dag ontwaakte in piepkleine reepjes overvloed. Zo ook kwam onzedelijkheid aan het licht op plat gelegen plekken waar men rap zand overdeed. Omdat het gras ontbrak net als de konijntjes.

Niets hield stand of kon het daglicht nog verdragen, vrouwen gingen en kwamen zorgen dragen waar ook mannen hun handen vol aan hadden. Er werd in onschuld gewassen en bevallen. Iedereen aanbad de zon die iedereen ontuchtig bescheen en maakten tot een zorgdragend geheel. Ouderparen die, de lust vergaan, vanwege veld en wegen zoek geraakte onschuld. Teveel lange tenen met misplaatste danspasjes waar slechts uit voorbije eeuwen golfjes zachtjes aan de oevers knabbelden en geen genoeg kregen nu ondanks dat alles aanmatigend verhard was met hotelkamers.

Het leven lachte stralend uit een onvoorbehoede babyogen naar iedereen die daar op uitkeek. Kommervol de slotsom van tierigheid en lasten dragen.

09 juli 2008

Alles ging zijn weg

Alles ging goed tot dat jij je ogen niet meer geloofde.
Droombeelden uitstierven gelijk zeldzaamheden beogen te doen, gewoonlijk met de dood bekopen.
Er trad een zwijgplicht aan het licht en in werking op het eerste gezicht dat aanzien genoot.
Het speelde vals maar heerlijk in de dove mansoren. Het lepelde oorsmeer en meer onsmakelijk heden.


Tot de tandraderen bewapende feiten, onweerlegbaar in de tijd, met vlerken die hun tengels kluisterde. Zij lieten hanen knallen tegen de schietpatronen.
Leeg als hulzen na een moordaanslag nu eenmaal zijn, bleken harde knappe koppen zich al in het weke vlees doordrongen van de vrees. Zich te goeddoend aan het ontnemen wat ook rechten had op vrijer leven.
Op één haar na, die ontsnapte vroegtijdig eenvoudig op de vlucht. Wat bijna iedereen ontschoot was aangeschoten, vloog hoog over boven alle bruggehoofden van kwaad geschiet.
Het was een ontsnapte zucht die bijna adembenemend het leven liet voor wat het was met hoog oplossend vermogen. Een glashelder toekomstbeeld. Leeg als helder water waarin mierzoet het verleden dreef. Verzopen onder het genot dat nu naar de strot greep. Of begreep dat alles elementair niets anders is dan opwaaiend stof om over na te denken. Wat de vinger nadien beschreef toen het neerdaalde op de doodkist was onleesbaar schervengericht.
Je brak er nog een lans voor, wat later een strohalm bleek.
Dit potlood schrijft thans, nu, een grijs verleden. Met wat ooit kleurlijk was, vervaagde tot wat met een vlakgom bleek; geweten en dat is niet voor niets gewist.

04 juli 2008

Lang vervlogen tijd




Er is een windrichting die wel eens overwaait op gezette tijden. Van die momenten die je weleens ingelijst tegen komt op plaatjes . Veelal is dat een richtingsverkeer, je ziet dat aan de bomen, of een vlag die er op waait. Stilstaande beelden verder, bevroren tijd. Soms kun je het bulderen nog wel horen tussen de oren van hen die daar in gebleven zijn. Dat waren dan nog eens tijden dat het onderlopen kon, een tien op z'n minst voor de prestatie.
Vaker waait het over, als een zomerbriesje zoals vandaag. Gewoon een zonnestraal en meer nog bladeren die bewegen met het ritme dat zich er onder begeeft. Het ritselen heeft daarbij iets van kledingstukken en doen vermoeden dat er iets in de lucht zit. Dat valt meestal tegen.

Herinneringen doen ook weleens teruggrijpen naar zeewinden, zo een van met alle richtingen mee. Meestertijd trouweloze duurzaamheden, een ja woord, maar zeker niet voor de eeuwigheid laat rokjes verwaaien. Maar zoals gesteld met alle winden mee. Achttien is een willekeurig getal daarbij, dat telt dan zeker mee. Veel later, bijvoorvoorbeeld iets uitbeeldend met eenenachtig maakt meteen weer misbruik van deze herinnering. Warm, ziltig en vaker nog doet het veel stof opwaaien, eerder dan zand, met toezien hoe de lust vergaat. Duinpannen werken uitstekend mee.

Maar windrichtingen zijn gelukkig toch meestal heersend, weet de mevrouw van de tv. Zij schetst met windveren van radarbeelden in de atmosfeer, dat schept veelal verwachtingen. Zeker toen zij in positiejurk verscheen. Een speelbal zeker, iets uit de natuur. Warm weer met kans op neerslag mocht het zo uitkomen ook nog een keer.
Is het uit verkeerde hoek dan zijn het najaarsstormen, die gaan te keer. Vooral als er geen weet van was wie of de vader tijd is die daar een rol bij speelde.

Ik kijk vaak uit over graslanden op mijn blauwe ogen kun je geloven dat altijd deint als golven van de zee. Dan doe ik net alsof ik tien ben, ook zomaar voor mijn plezier. En zie dan voor mijn geestesoog een windrichting verschijnen. Wat opgeblazen meneer. Hij blaast hoog van de toren, vaak een hoogspanningsmast dat kun je zomaar horen. Gierend is hij tegen gesteld aan mij. De regen nadert op zulke momenten, bijvoorbeeld opgezette tijden, je weet die van die lijstjes of daaromtrent. Je weet dan bijna zeker, dadelijk valt hij stil. En met een donderslag bij heldere hemel schieten er schichten door elkaar. Alles vlucht naar nergens voor een onderkomen. Ik ga hurken bij een waterkant. Veiliger is het verhaal, eerder dan die dikke boom, die valt door de hoogspanning, of raakt beschimpt met teerstrepen waar, als ik daar stond er dood zou blijven staan. Gelukkig werd ik afgeleid met kikkerkwaken, kikkerbeet en kikkerdril.
Net tijdens de bliksem weerlichtte het op en zag ik hoe een kikker gele blaadjes versmaadde, het kroos doorbraak en in het verschijnend water spatterde het water van de regen. Die uiteindelijk ophield. Achter mij klaagde de zeurpiet over zijn opgezette boom van de foto. Hij was er niet zo zeker meer van wat houvast biedt, de steile oever of de stamboom die verkoold het leven liet. Ik krabbelde in mijn schrift een oorkonde voor het gras en de kikker die het daarin deed. Er glipte een druppel van de steel en de boterbloem die knikte mee. Ja zeker het was geschiet, het klaarde zoals vandaag de dag je mag verwachten met een zomerbries. Herhaaldelijk valt ie in herhaling en zie ik mensen tegen hem in fietsen voor hun gemak. Ook zij weten dat de terugweg vast en zeker meezit, mits ie niet met alle winden mee waait.

Gereformeerd

Als ooit herschapen om onduidelijke reden uit het moeras zoals anderen uit vuur. Dat is rondom Calvijn slechts omwille van woorden zijn volgelingen aangedaan. Een strijdbijl van slappe was en enkele bijbelse verhalen maakten telkens nieuwe principes en een ander godsdienstiger voor zijn nazaad. Hoofdzakelijk heren die dit leed bedachten in scheuringen veroorzaken. Tegenwoordig zouden die mannenbroeders voetballer zijn om dezelfde reden.
Maar goed het verhaal:

Hier kan niet meer geschoffeld worden, slechts selectief wieden maar meer ook niet. Steek uit het doornig rozet wat niet aanstaat of goed gezet is tegen het verdringen, windt er meer tijd dan toegestaan om het onmetelijke onmeetbaar te maken.
Er treedt een schaduw aan het licht en er kwam een lang vervlogen wens voorbij die mij herinnerde aan meisjesharen wapperend waar ik dankbaar als voor het gewas mijn hand naar uitstak. Afgeslagen. Hotpants gegoten om strak gespannen bilpartijen deden de verwachting sneller slaan om hoog gespannen verwachtingen die preuts om de hoek verschenen. Om het even bij wie de kassa rinkelde stonden ze te draaikonten ongedurig boodschappen te doen. De jeugd, ook de mijne, was bijna een uitgeveegde mantel, ik stonk daarna toen ik ontwaakte als door pek vergeven en doordrongen van een afwijzing die daar nu eenmaal uit voortkomt.
Uiteindelijk kwam het goed met onderhouden, iets te duur betaalde aandacht hield veel in maar hield geen stand met overleven in de roerige tijden van weleer.
Alles van waarde bezweek onder deze drk van nakijken van wat je hebt meegekregen, balast voor het leven. Ik droop vele male af als klaargekomen jongeling waar de vader ouderling hartstochtelijk genot verbood hij mij, om het even na te laten, om wat voor rede dan ook.
Alles vervloog geleidelijk onder de druk van tijd. De wieken maalde met het leven met de vooruitgang naar boven gericht een harde werkelijkheid, een materiële waarde . Als vluchtweg maar een binnenweg genomen om te behouden wat eigen is. Deze ontsnappingskans heet verbeelding zoals de jaarlijks drift daar van natuurlijk ontkiemen heet.

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief