Uit niets blijkt mijn gelijk.

20 juli 2025

ik stond pal met waar voor ik sta

Dijklichamen en daar tussenin gelegen nog maagdelijk blank de akkers. De middendijk ooit opgeworpen op kwelderruggen meandeerde nog door het landschap waartoe thans een heuse zeedijk, opgeworpen tot deltahoogte, als zeewering toe dient. Dat dienen is het wad weerhouden van slib afzetten en afspoelen van sediment. Iets waar de zee in haar getijden uitmuntend in meebeweegt. 
Maar nu het deinen is verdwenen neemt bestaanszekerheid een hoge vlucht met verbouwen van knol tot haver op vruchtbare aarde. 
Tot zover ging het goed, de boer; hij zwoegde voort.
Tot ik verscheen in mijn eigen dromen en aanstonds verbijsterd zag hoe waterpartijen huis hielden tussen belendende dijklichamen. Er voer een een heuse vloot aan mammoettankers op het wad. Het water had nood geschonken aan menig akkerbouwer wier donderbussen eerder nog gans het vogelrijk verjoeg zwijgt nu oorverdovend.

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief