Uit niets blijkt mijn gelijk.

06 januari 2019

wind in de wilgen

De huisbaas en de onderverhuurder. De eerste komt als laatste, de laatste nu eerst: Een bioloog, ergens achter een loods op de deel van een woonboerderij. Zo’n kavel beton dat buiten bedrijf gesteld een oord voor vervreemding wordt, na verloop van tijd. Land alom tot aan de horizon, vervlochten tot een hoogspanningsnet, als was het om de akkers bijeen te houden. De ploeg tot aan de voordeur, soms uit bedrijf geteld zelfs achter de voordeur, met enig opslagmateriaal voor een eventuele oogst van leentjebuur. Een kotje, toereikend voor menselijke deugd, hij had er goesting in of mee, het is maar hoe je lust definieert. Het enig wat de bioloog hier bindt is onderkomen tot de dood hen scheid, de baas van de onderverhuurder uiteraard. Gelet de leeftijd een potentieel risico, al wordt beleefdheidshalve altijd iemand voorrang verleend. Al met al een weerbarstige afhankelijkheidsrelatie die hen bond, er is inmiddels aliemand dood. Opmerkelijk ook de gemeenschappelijke kennis die zij deelden, hij praktiserend bioloog, de huisbaas leraar biologie ooit, 2e graads wellicht, doceerde ergens op een Hollandse kolonie. Maar was omwille van een erfenis en nog zo wat beslommeringen huiswaarts gekeerd, zijn vaderland.

. ik maakte mij zorgen over het voorjaar
nee de krokussen zo kwetsbaar zeer
licht blauw vertrapt aan weerzijde
het pad was smal en eerder niet
en daardoor over een bloemweelde
onbetreedbaar maar de voet stoorde
zich daaraan niet met het gaandeweg
tussen de machtige zuilen door het licht
te laten schijnen waar het leidde naar
zijn kot dat hij betrokken na het erf
waar eerder in een caravan hij leefde
slaags geraakt met overburen
was het verblijf daar bij de overleden huisbaas
een oud leerkracht met teveel aan vergetelheden
waaraan hij was overleden in de droomwereld
van kuifjes en meer striphelden die hij de baas
was naast de sportwagens die onklaar
gemaakt met hem eerder aan het versterven
waren in de loods van overvloed aan leegte
hij de vlucht nam en vertrok naar de theeschenkerij
met vreugdevuur achter micaglaasjes
warm speksteen en lichte serre taferelen
het leven scheen hem toe zo ook de blokhut
in het verschiet om de inmiddels aangebroken
oude dag te vieren met rust waar hij nu
nog van geniet een kluizenaar inmiddels
vol lof over het verkozen lot dat hij zo
nu en dan deelde

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief