de hoop waar onder alles bedolven ligt, geeft vrijwillig een adempauze aan wie verstrikt zit.
Er zit veel, zeer veel, veel zeer, leed verscholen in een enkel oorlogsverleden dat op z'n retour is.
Steeds trager stroomt het leven, dik en warm door ondervoede lijven, stramheid is hun een levensteken dat er op gespeld is. Veel haalt het niet uit, verslagen in logboeken worden ze uitgedrukt in alfabet en getallen in gelukkige bewoordingen weergegeven als bedelbriefjes tot er een aderlating plaatsvindt. Er is niemand meer gebaad laat staan opgewassen tegen de tijd. We zijn alleen, ja dat ook, maar meer nog onszelf bij elkaar geraapt in stromen door een willekeurig stukje infrastructuur dat we zo broodnodig hebben als houvast in het leven. Ontmoeten is een halszaak waar iedereen zijn nek voor uitsteekt. Het is vrijwel altijd een haastklus om in te leven. Verdicht tot poëzie zou het nog wel uit te houden te zijn, maar dat rijmt niet meer op deze zin in leven.
Leven, waar gaat het eigenlijk over, is het koorts, of een ongeluk waaruit onherroepelijk alles voortkomt? Of leiden we gewoon daaraan uit doodgewoon doen waartoe we instaat zijn. Soms klapt alles er uit. Geschreeuw, huilen of harder lachen is dan een lotgeval.
Uit niets blijkt mijn gelijk.
Over mij
- ®
- Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.