Ik geloof dat ik ergens een hekel heb.
Het zat eerder al diep verscholen, ik merkte het niet op.
Zat in mijn kontzak gestoken. Na een wasbeurt bleek het verzopen, nauwelijks meer waarneembaar. Toch stak het mij, dat ik die hekel niet veel eerder gesnopen had, toen het nog duidelijk voor ogen me helder had geleken om het van mij te ontdoen.
Nu zit ik met die hekel hier onleesbaar te vermoeden waar het uit ontstond. Het zit me dwars zoveel is bezopen wel het geval, dat die hekel zich niet laat verbinden met juist dat ene enkele geval. Waar mij de hinder was ontsproten uit de kiem van gram.
Uit niets blijkt mijn gelijk.
Over mij
- ®
- Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.