Ik vervolgde mijn verhaal over de uitstekende legboor en het doel waarvoor het diende bij het vrouwelijk sluipwesplijf.
Ze strekte zich nog maar eens uit, haar hand reikend naar mijn lid, om het weer over insteken te hebben.
"Het moet lastig zijn te weten dat ze dit missen". Sprak ze wat in gedachten verzonken. "Het betreft dan ook geen penetratie waar het indringen betreft" . Vertelde ik wat opgewonden. "Ze kunnen het na een paar miljoen jaar zonder mannen uitstekend bedruipen, ook zonder geslachtsverkeer".
"Een evolutionaire ramp ligt op de loer en in het verschiet als de vrouw het voor het zeggen krijgt", mompelde zij wat lomer voor zich uit. "Die penisnijd moet echt voorkomen worden. Wat zou ik moeten aanvangen met een legboor terwijl ik weet heb van die dingen die ons hier nog aan elkaar bindt".
"De man is nu eenmaal een degeneratie verschijnsel, of nu spreekt over de eeuwen heen, of in het geval dat ze als stresskip nu al na verloop van tijd hun plicht verzaken".
Een mansleven is voldoende om het doel van overbodig heden te treden. "Wij zegen neder in elkander, zuchtend in de hunker naar de vleselijke lust die gelukkig niet blijft steken in natuurlijk gekrakeel"
Uit niets blijkt mijn gelijk.
Over mij
- ®
- Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.