Uit niets blijkt mijn gelijk.

17 februari 2009

Dik voor mekaar


Waterhouse hangt stevig aan de wanden te pronken met lijsten die er vanaf puilen.
Het is de vrouw die in het hout tot metafoor bungelt aan het koord met gezichten die nauwelijks anders spreken dan in weemoedig verleden.
De schilder moest welhaast naast plastisiteit niets van deze dames weten dan hun naakte waarheid van het lijf dat gelijk een decorstuk in prachtig licht geplaatst haar plaats moest weten.
Vol bewondering ben ik door Groningen gegaan, op zoek naar deze wereldvreemde wezen, na het verlaten van dit paleis der schone kunsten.


Geen gezicht sprak mij nog aan, meer nog dan op deze verdruilde dag dat alleen grijs nog mag.
Somber over mijn toekomstbeeld dat Waterhouse naliet moet ik wellicht vrouwloos verder gaan, die de hunker naar de dames in melancholie nog uit wil dragen ter eer en glorie van mijn man zijn.

Ik werd op deze regenachtige zondagmiddag neerslachtig achter in de illusie.
Waterhuizen stonden overal te prijken aan de wallenkanten en de zeiknatte doorgaanswegen druipend in de regengoten.
Ik heb behoefte aan een spijker aan de muur waarop ik de olieverfschets kan laten weten dat ik iets uit het verleden mis heb.


Ergens doen die ogen op het doek me beseffen dat ik die eerder in de gaten had. Levend en wel starend van uit de nietszeggendheid, uitdrukkingloos zover bruine ogen dat kunnen mededelen.

Maar ook dat was in een grijs verleden, waarin herinnering nooit meer de kleur aangeeft dan ik hier in olieverf uitgedrukt van meer dan honderd jaar nog kan beleven.
Zij leeft ongetwijfeld ergens nog in vlees en bloed, terwijl deze modellen al vele malen het onderspit gedolven hebben; zijn ze beter te verwoorden in hun schoonheid dan waar ik op terugzie.





Posted by Picasa

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief