Uit niets blijkt mijn gelijk.

06 maart 2008

Van ijspegels losbreken

Het gehoor was ijzingwekkend met op het katheter
van leer trekkend de beetweter de betere veter
snoerend hard

hij brak de stilte in een handgebaar met een oorverdovend amen
ja stoelen kraakten in beaamden met een kuch die sterk rook
naar goedkope eau de cologne knikkend wees het de goegemeente
de weg en hun terecht die het woord sprak als ijsplegels

tijdens het voorspel was de toonzaal
bekleed met hemelse klanken
rochelend uit het pijporgel

de oogappels van hun moeder lagen goed uitgedost
op de achterste banken wat geiliger dan verwacht met een poging
tot nestvlieden zaten vaders schandknapen van iedere blik
verstoken Dick Bos lezend een handpalmbreed
tussen de knikkende knieën uit pure angst
voor de ontwaring der relikwieën op proeve van geloofwaardigheid
werd de bevinding ingeschonken met geroezemoes en schoorvoetend
naderend tot het kruis uitgekleed voor het heilig avondmaal
in de ochtenddienst

op de vooravond maar dan met hand gebroken brood
van vlees geworden leden beschonken met een kloeke dronk
achterin het keelgat bovenop het strottenhoofd
halleluja zingend door belijdende leden


een zegen rustte op de achterste geledingen
dat hun kroost bleef zitten
opstandig was toen nog niet het juiste woord
in notendop al lezend in het liedboek

de laatste vertaling zou Dylan wel verslaan
weten om te vergeten hoe snel psalmen zijn uitgelezen
en rap ontkersten we en werden kierenwiet

01 maart 2008

Op afgaande feiten gebaseerd

Nabij het afslaan hikte zijn motor en sloeg af.
Even later trok hij op, de berghelling af, zonder gas te geven.
In een haarspeldbocht (let op nu verder zonder verkeersregeleinde, scheurde hij als een bladzijde uit een boek)
Alwaar hij bijna uitschoot.
Dit alles vanwege de snelheid en de roekloosheid waar hij van genoot.
Met de stuurloosheid waarmee hij zoveel eerder nog stuurs verlegen staarde over de toppen van zijn kunnen stilstaand te bomen. Schoot hij nu door zijn gedachten heen naar een onverdroten vergezicht. Zo tussen de stam in het gelid staande leden van de heersende stammenstrijd op de eindeloze remweg.
Alwaar hij uiteindelijk niet opschoot.
Zover de wagen het nog vertikte na zijn waaghalzerij en weer verkeerd afsloeg, toch te weinig hellingproef. Bleek ook hij niet opgewassen tegen de stijlloosheid met het afglijden. En kwam aldus op doodspoor terecht.

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief