Uit niets blijkt mijn gelijk.

21 augustus 2007

Arboretum

Arboretum
Hier is alles op wereldschaal bijeen gebracht in notendop. Voor mij een zeldzaamheid. De naam op zich al een moeilijkheidsgraad. Komt hier niet voor en daar ook niet meer, dus dat verklaart die reden. Giganteum, bijvoorbeeld, in kleine letters als achternaam is van oorsprong een reuzenboom, hier anderhalve meter.
--
Naast mij, even verder op, staat mijnheer Kieskeurig op scharlaken groen, met een weelde aan uitgespeelde ballen. Hij mept mis. Zijn kruiwagen vol sticks, ze heten anders naar ik meen, valt op. Zijn vrouw, niet bijster helder, sleept dat ding al blijkbaar jaren voort.
---
Arboretum in wording
De hemel klaart. De bonenstaken staan te duiden waar de exoten later komen, gewoon alleen, of nog gewoner ongewoon alleen te staan. Je moet met een els niet op de proppen komen hier. En eik is iets dat hier nauwelijks meer lijkt dan op een sorbus, wat vroeger in het voorbijgaan lijsterbes heette. Niets is meer wat het lijkt dan voorgeschreven. Je raakt niet uitgekeken hier, zoveel werelddelen leeg gehaald woud hier op één verzamelplaats. Op postzegelformaat het oudheidkundig museum van hout. Ooit voorhanden nu te kijk gezet voor de bewaarwoede als de kap is uitgeraasd. Want wie weet wordt het woud weer waardevol (voor hout).
---
Een hete aardappel scandeert iets naast het maisveld. Oei een kreet, "weer mis". Zo speelt hij met zijn ballen en de joystick in de andere hand. Het wordt lastig bij de broek ophalen met een elastiek verband om de middel heen geslagen. Al spreekt zijn omvang dat weer tegen.
---
Arboretum 3
Alweer een quercus maar dit maal meer hulst dan eik gelijkend. Dit verraad mijn onbenul ik raak het spoor bijster. Op naar een ander vak. Iets unieks, een lilaroze waterlelie, nee die niet, maar daarop een witsnuitjuffer, te kijk gezet. Terwijl de wegwijzer verhaalt van wilgen uit Azie, is dit wat ik zie heel uniek. Het valt me trouwens ook op dat robertskruid hier zeldzaam is. Ik heb dat aangegeven op de volgende blanke pagina uit dit schrift.: "op dit velletje treft u de naam, verslik u niet: "Geranium robertianum" vindt u hier niet. Zij ontbreekt en dat is echt uniek." Het prijkt nu tussen de moeilijke namen vanuit Japan.
---
Ze zeurt nog steeds: "die kutkar zit vast". Hij moppert luidkeels "ja,ja, 't is goed, ik rij straks naar huis terug". "Dat is beter", hoor ik hem denken, "nu ik nog met mijn ballen speel". Zij slaat, "mis", "ik ben het zat". Even later twee vrouwen in tuniek. Haar slag doet stof opwaaien, "mis" de beurt gaat over "trut, die punten" vallen mij ook op zo strak in het pak gehezen, lopen deze dames jong te wezen. Maar goed vijftig is ook niet mis. Zoals verwacht ze lonken meer dan wat ze willen wezen.
--
Arborretum 4
Het hart bestaat uit eiken. Zomereiken in dit verband, in ieder perseel aangeplant. Met langs de randen boomkundige wetenswaardigheden. De tijd verstijkt, ik hoor de havik fluiten tussen de Biloba's. Ik ben in China aangeland. Zo, die combinatie is bijna heilig. Het eeuwige jagen nabij een fossiel relict uit kloostertuinen. Het moet de grondsoort zijn dat de Ginko's zo goed aanslaan langs het pad. Met aan de andere kant dode bomen van het geslacht Vibernum. Een sneeuwbal, dus wellicht veroorzaakt de klimaatverandering daar niets meer aan.
---
Ha, twee heren, een paar apart. Hij wat belegen duwt een kar. De ander, jonger, torst gewoon een zak. Telkens wordt de vlag gestreken nabij een hole. Wit, iets van overgeven. Hé kijk aan een mobiel, dat treft, de terreinbeheerder. Verder op nog een man met vrouw, ook zij kijkt boos, kletst op de dijen, ja voorspelbaar. Veel stof weer doet zij opwaaien met zand. " Gatver weer mis". Hij lacht bescheten en slaat in keer in het hole.
---
Tegen twaalven, de zakken worden groter. Meer kerels met hun sweeters, spelen prof. Althans hun materiaal geeft dat aan. Is beter maar ze slaan mis. Ja, uiteraard die zon en het gazon, tegenlicht en meer het oog er voor. Op gehoorafstand vernam ik dit: "Ik speelde onlangs met een zakenrelatie op de malledieven een en al bullshit> "Maar geen bal mis". Interessante vertoning ze dikken het allemaal aan en dat is ze ook aan te zien.

11 augustus 2007

Herijken

Herijken

toen de nacht viel ergens halverwege,
wist ik mijn navel weer tot navelstreng verbonden
voedzaam met het oergevoel mijn huid
vertinte licht roze en ik verbaasde.
Nog voor ik het wist werd ik in een stroom
meegenomen. Het zag mij rood voor ogen, zoals
in de volle zon zo het alleen door de oogleden
kan schijnen.

Vage contouren en onderwatergeluiden
drongen dieper door in mij en ik verwaterde. Daarbij,
onderhuids, was de spanning af te lezen op een manometer
gelijk het allemaal op springen stond. Mijn trommelvliezen
pril en onbeholpen nog, spanden er nog om. Het resoneerde,
of beter nog het respondeerde, mij was het om het even,
wat ik horen kon, deed of naliet en alles klonk gewoon.
Een harde schreeuw, als fluitketelsignaal bij kokend water,
was een startschot gelijk; ik ontwaakte.

Dit deed mij mij beseffen;
het is over. Languitgerekt, gesperd met wagenwijd staande ogen
ontwaarde ik een heelal voor mij. Omhoog, ongelooflijk om te bezien, wie ik ben. Geboren naakt zo plat in het gemaaide gras
gelegen , de lentegeur open scheen mij jouw lichaam
het contrastrijk een bekoorlijke welving met de zaklantaarn.

Het regende zacht dus krop ik weer naar binnen. Tentstokken
doen wonderen in dat opzicht, om te beginnen met het ophouden
van het daklinnen. Het vlies waarlangs nu stromend mijn gedachten
gingen, slapend meer dan goed voor mij was.

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief