Uit niets blijkt mijn gelijk.

29 november 2006

Gefaket landschappelijk waarde

Een l en u stad op z’n retour.
Een stralende dag zo rond elven.Vanaf ieder punt af bezien heeft de blauwe lucht een streepje voor op mij.
Ik speel spelletjes met mijn vulpotlood, hoewel navulpotlood beter past, en schrijf de zin voor het reizen uit naar duivendrecht. Een oord halverwege. Veel braakliggende grond voorbij de A stad. De kaalheid overwint de leegte in het begin van dit fenomeen. Het landschap lijkt nog rustig, maar dit is ogenschijnlijk want de zon boven het g meer gloeit en vangt alles in haar goudkoorts. Onwaarschijnlijk, maar gelukkig reis ik per trein voor een Hollandse brug naar nog een a stad.Het landschap verandert daar zo snel dat ik lopende de tijd het ternauwernood kan bij houden. Een rustpunt is de Joodse begraafplaats, goed opgeborgen op een natuurontwikkelingstraject. Even schrok ik op van indringende blikken die een jonge medepassagier mij toewierp zo tegengesteld de reisrichting mij tegemoet lopend. Ik had rechtstreeks kunnen reizen, maar dan had ik die eerste a stad niet moeten overslaan, dus nu op naar het centraal station in die andere a stad, voor de overstap. Centraal naar centraal, ’t is maar waar je voor kiest, alles lijkt middelpunt in deze randstad. Ik niet, ik ben slechts van voorbijgaande aard hier aan spoorstaven gekluisterd. Op naar een overleg, over van alles en nog wat waar waterbodems deel vanuit maken. Ondertussen nuttig ik mijn eerste mandarijn vandaag. Bijna op een tussenstation aangeland, een punt hier achter met foeilelijke havengezichten op het ij. Overstap op een sprinter met vijf minuten vertraging op spoor 7 terwijl op spoor 5 ook een verbinding naar u bestaat, maar ook met vertraging. In ieder geval en op de valreep zeker driemaal heen en weer tussen de perrons gerend om te beslissen voor de sprinter die een stoptrein bleek. Een jongen, roodharig kijkt recht voor mij uit of zijn spiegelgezicht nog toonbaar is met al die jeugdpuisten. Hetgeen hij tot driemaal toe bevestigd weet. Wat mij opvalt in dit jaargetijde is hoe oogverblindend lelijk de bedrijvigheid Nederland vermaakt tot golfplaat.
Ik kom te laat, dat is zeker, zo dat staat. De sprinter is echt stoptrein en kraakt veelvoegelijk op iedere wissel, alsof het teveel weerstand heeft met reizen. Een meisje, mooi meegenomen, biedt uitzicht met haar zo zwarte ogen. Een donker teint fleurt op met brillenglazen. Er wonen hier veel zwarte mensen waarbij zij wel thuis zal horen en loopt op hoge hakken aan mij voorbij. Ik schat om en nabij de vijfentwintig, mooie leeftijd ook. Weer een stadje A, inmiddels elfuurvijfentwintig een uur reizen onderweg en bijna halverwege. We rollen verder na voorrang te verlenen aan de eerdere trein van spoor vijf, pech. B en wachten. Ik bestudeer de zaadcatalogus op sperziebonen voor volgend jaar. De trein zet zich weer in beweging en ik zit alleen in de eerste klas coupe. De roodharige jongen van eerder, bezoekt nogmaals zijn spiegelbeeld. Echter de toiletdeur valt dicht. Er valt veel af te lezen van een gezicht. Niettemin het landschap is nu prachtig. Lichtgroen met streepjes wolken omgeven langs het kanaal. Remmen weer, luidruchtig en ontgaat me niet, M nog tien minuten.
Zoals gezegd, ik kwam te laat. Alles overkomt mij
– glazen karnemelk
– bolletjes kaas
– appels en peren
Zo vergeleken verliep het overleg ook tussen mijn oren. Ik hoorde zoveel dat ik mezelf hoorde spreken, toehoorder van mijn eigen stem. Ruim twee en een half uur later werd ik welwillend meegenomen uit U via allerlei. Snelwegen speelde daar een belangrijke rol in. Op station D werd ik op het juiste spoor gezet retour l. stad. Zeer bedenkelijk grijs deze dag, al op z’n eind rond drieën. Weer helemaal alleen in de coupe, het moet wel slecht gaan met de spoorwegen. Immers op de snelweg liep het al storm met reislustige monoautomobielen. Het lijkt op imbecielen op vier wielen zo achter elkaar aan. Een man voor mij nam plaats in de coupe. Opvallend hoe graag ik in iemand ambtenaar wil zien, zo ook met deze krantenlezer. Vijftien negenendertig, A stad weer, waar het vanmorgen mis ging. En er weer uit. Zouden stedenbouwkundigen en architecten ook in deze steden wonen die door hun handen zijn ontstaan? Dit zo maar even tussen de railsen door. Of zouden ze op z’n minst de moeite nemen begin december eens er door heen te lopen? Hier is de leegte ontwikkelt tot leven. Een nieuwe definitie. Hier wonen zoveel mensen bij de vleet dat je van overdaad mag spreken. Er strijken zes treinmedewerkers van onbeduidende rang neer in mijn coupe. Ze reizen gratis eerste klas, op en neer, en worden betaald om ons, passagiers, te vermaken met hun echtscheidingen. Op de heenreis was het omgerekend ca €300 per kind dat de ex moest dokken per maand na twee jaar in gebreke blijven. Zijnerzijds, nu op mijn retour, gaat het met dezelfde vaart op de man af er over wie wanneer overspelig was. Het ligt duidelijk aan de man. Gelet zijn houding begrijp ik dat. Welwillend onderuit gezakt knikt hij ja. We zijn bij een omvangrijk plassengebied met veel ruigte en riet Waar anders kan je zo spreken over trouw dan onder de rook van ganzen. Hun broedsucces was hoog dit jaar.
Rond half vier thuis, schat ik. Fijn dat ik alleen woon, de conducteurs hebben niet naar mijn vervoersbewijs gevraagd. De tijd ontbrak, te druk met uitleggen over boedelscheiden. Begrijp ik dat ook?

14 november 2006

Kom we gaan naar de knoppen

Kom we gaan naar de knoppen

Van de ongeletterde tijdgeestdodende koppensneller is het woord in de hand genomen om te zappen van werkelijkheden tot naarstig neuken van de oogstrelende beelden.

De genesis rust in het acht uur journaal, hoe banaal ook wereldnieuws het deukt de goede tijden spelenderwijs van de buis met verdringen van huiskamergelukkige echtparen. De man heft het hoofd onomstotelijk naar de paradigma’s die er in de rode lippen opgesmukte nieuwslezer staan te lezen in videobeelden. Bloed vloeit overal, zelfs in Amerikaanse dromen leven achterbakse vehikels en preken presidenten over moordende meuten metgezellen. ER is een oceaan aan het verzuipen in poolkappen en lege visnetten. Zoals de vissymboliek van de Gristelijke autorijder al betaamd, hij en zij zijn immers lid van het zelfde gezelschap van Jezus christus’ hengelsportvereniging “Hij vist altijd aCHter het net”. Zo stond eerder al beschreven, “werp het ter linkerzijde, want daar wordt u godswoord in vlees gegeven”

Luister, ongeschoolden van de visuele tijdbom voor het gebluste oog. U wordt voorgeschoteld en voorgelogen met een goed betaalde weerprofeet. Hij veelt het vele van het nemen in de voorspellende klimaatpatronen. Als verschrikkelijke ogen woelen de depressies platgedrukt voor zijn digitale kaartlezers. Zijn handen preken rampspoed in één oogslag met prachtige herfstbeelden.

Tinten van het overspelige kansspel met echtlieden en pasgetrouwde babylijven in uitgekochte liefdeslevens, zij leden heftig aan de televisiemagnaat, die zich uit de naad werkt voor de kijkdichtheidcijfers, gemeten als stofcontanten omwille van natuurlijke samenhang van de comateuze huiskamergenoten. Ze scharen zich achter het acht uur journaal om te verzuipen in de kraamkamers van de soapachtige met badschuimachtige vrouwenlijven en diep doordrongen baritonne inktvissen die geil als boterbloemen hun zinnen tonen in gelikte woordkeuzen en weelderige woonoorden.

Vlak vooraf en tussentijds blijkt de natuur goed vastgelegd. Voor de eeuwigheid opgeslagen in het camerageheugen, dit neemt heel wat verontrustheid weg met zeker weten "ja ik ben er met mijn ogen ook bij geweest, hoe alles leeggeroofd daar achterbleef omwille van het hardhouten tuinmeubel. Vergankelijkheid is nu eenmaal in dit bestaan voor iedereen weggelegd.

Het uur der waardeloosheid is nu aangebroken, om tot de waarheid te komen is éénentwintig uur, in de deze eeuw, de juiste tijd voor de film te tonen van hun gezapige bloeddorstige medemens. De acteurs, in rollen die ze zelf zo gaarne met de chips op schoot zouden willen spelen, malen niet om het mensenleven. Gelukkig heeft het kroost al weet van de spilzieke moordmachines via de XboX spelen.

Er heerste tweedeling, als splijtzwam in de woonstede waar het andere net voetbal bood en de eega liever zijn eigen oogballen toonde in de geschoren kuitbenen van de voetbalspelers.

Ook heerst er tussentijdse rust met boodschappen omtrent het nieuwe leven en wat een gemis het is met niet bezitten van een tanddestijdsverzekering tot overlijden of in de vierwieler die het beter weet van a naar b met tomtom gemaakte snelwegen. Hij en ook zij alleen raken met ze allen al zo vaak de weg kwijt in 't leven dat dit ze dagelijks niet meer overkomt in staart en kop en kop en staartpositie naar elkaar te staren, immers snelwegen zijn niet voor niets aangelegd voor tijdsbestedingen.

Het neigt inmiddels naar middernacht en de kruisen gaan jeuken al zappende naar kindonvriendelijke seksologen. Zij waren met het moorden al gewoon en mogen deze geneugten niet aanschouwen, al was het maar omwille van een eigen voorgeschiedenis toen paps en mams gewoon waren om met deze lijflelijkheden de slaapkamers in gedreven. En liefde ook daar met sperma om de eerste plaats streed voor de voortplantingsdrift met erotiek van het eigen lijf te beklijven. Het mag baten dat de video deze plaats innemend heeft gevonden in de woonkamer. Waar alles afgestorven in het bed rust is de lust in alle standjes weggelegd met jonge meisjes filmen op oude mannenlijven die gezamenlijk de maagdelijkheid versmaden in het kinderlijf.

Gelukkig komt er na twaalven nog een actualiteit als onderdeel van de realiteitszin in de herhaling om gerust te kunnen slapen. Vaarwel mijn schattebout ik ben al eerder klaar gekomen om nu onder de lakens nog met jou te dromen. Mijn hand was al vervuld met overspelen. We dreigen uitgestorven te raken met teveel alleenwonende autochtonen. Hetgeen ons politiek weer zeer verontrust.

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief