Uit niets blijkt mijn gelijk.

10 februari 2006

’t is stil.

Als tijd niet tikt dan klopt het maar staat het toch niet stil.

De gedachten zijn bij gisteren gebleven. Er hangt een angst met onmetelijke impact om zijn gelaat. Vanmorgen was het weer brinta of havermout zoals altijd. De dag daarvoor was de smaak zoeter beter na de nachtrust. Vandaag loog alles en niets hing samen met zijn bijna achtste jaar. Een jaareditie Donald Duck nog klaar gelegd buiten de gymzaal was zijn grootste fout die dag. Nooit kon hij sinds dien meer herinneren hoe onschuld raakt aan zijn huid.

Het was een vertrouwde hand van achteren op zijn schouderblad in een verder verlaten gang.
Twee klapdeuren aan weerzijde sloten dit verleden af. Met vriendelijke, zachte dwang neigde het hem naar het lokaal. Daar hing de geur van molm en resten klei. Ook hij boetseerde eerder een figuur uit zijn fantasie met de handen tot een tastbaar verhaal. Al momenten eerder hoorde hij de tred van een leraar, daar hij oogappel mocht heten.

Het voelde ook zo zeer vertrouwd. Geen jongensachtige branie had de enkele onverlaten dunk van de ondeugd die hem omspeelde. Zelfs de donkerste bariton zalfde palmend in zijn oren met een dicterende toon. Komaan, gebood het bijna, er is meer te vergeten dan een stapeltje onzinnige blaadjes. Wat ook kwetste, het was immers zijn geborgen wereld in ballonteksten die hem tot dan toe liefde voor het lezen schonk.

Het geweten is altijd een schrijnend verleden als het niet past met de omstandigheden

Er is een spel gespeeld met aandacht schenken. Een ziekbed in het hospitaal en aldaar een toon aanslaan die meer vertrouwen wekte dan het kinderoog kon bevatten. Zo de speelman hij beheerste de kunst van nalaten van achterdocht. Verdrong met zachte dwang de moedershand van het ledikant
Sinds woensdagmiddag, op het godverlaten tijdstip van een enkel buitenschools uur, heeft geen lichaam nimmer meer de zuiverheid in ‘t jongen zijn bij hem gelegen. Hij was voor ’t eerst en zoveel vaker later als wassen pop verpletterd en uitgetaald verzwegen.

Een meestershand sloopte meer dan een mensenleven aankon, dit is jaren door gegaan en uiteindelijk is het er nooit meer uitgekomen.

Het klopt, een warm hart slaat altijd over waar het samen gaat met overleven.

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief