Uit niets blijkt mijn gelijk.

14 juli 2023

Dingen des levens

Wij namen afscheid voor het leven
Dat is eeuwig op de korte duur
vanwege slinkse wegen en paadjes
langs onheilspellend ravijn waar bedrog
woon heeft in spelonken en die daar zijn
met gespleten tongen spreken in echo's 
keihard kletsend tegen glad gesteente
voor zichzelf pratend in holen en gaten
waaruit zij weerkaatsen wat van hen
werd veracht in verachting naar een
ieder die dat leed niet ziet waarin zij
wentelen en wenen tot ieders verdriet.

16 juni 2023

Speelzaal pijnpuntjes, "smartlapjes" met billenkoek.

speelzaal "de woeste knotten"
speelt weer hoog spel.
Weerom gegoochel vol vuur en vlam zijn de kinders aan de slag met Mams haar verjaardagsfeestje in het verschiet. 
Stevig overleg, flink debat. Alles uit de kast gehaald ter voorbereiding van de knalfuif, waarbij een ieder uit zijn bol kan gaan. 
De voorbereiding is succesvol!
Ze scharen samen op WhatsApp. Whatsup, nou dat: Zettumup. 
Al rap gaat het om uitnodigen. 
Kloek en vaardig zijn de beraadslagingen, succesvol, het belooft me wat. 
Zelfs mams wordt ingefluisterd hoe de invisistatie verloopt, er is tevens al een opzet van het eerste spelletjeselement, het betreft: 
"trappen" "natrappen" altijd leuk.
 Zelfs niet doelgericht of in z’n geheel niet geschoten wordt, toch altijd raak. Het gaat immers om belevingswaarde, nooit om het ware verhaal. Zolang op gevoel het ego krengt, het geknotte ego raakt, is het doel behaald. Dat telt. Dat blijkt al snel. De een vertelt verheugd, op z'n pik getrapt, niet van de partij te kunnen zijn, als de ook de ander op het feest verschijnt. Zo die zit, 1-0 voor hem die niet komt. Immers groot leed verhindert zulks om nog vreugdevol deelgenoot te zijn. Zeg 2 0, een voltreffer!
 Genereus als nooit tevoor neemt hij, de winnaar van deze voorronde tevens een besluit om, naast spreekverbod dat de ander is opgelegd (3 0), ook voor z’n aanhang (4 0), het uit te vaardigen (verstoten heet dit 5 0) dit alles om feestvreugde te verhogen. Zonder hem geen feest voor de aanhang in ander verband, dat geeft voldoening daar heeft een ieder, al dan niet baat bij, of op z'n minste een leuke herinnering aan. En eerlijk is eerlijk, daar draait het om; betrokkenheid.

Die wordt dan ook getoond. Een oogwenk later staan de knuppels al buiten het hok om kakel en krakeel te smoren. Wanneer straks op slinkse wijze, heel doordacht als spanningselement het spel daartoe dient op te roepen. Er eensklaps een bericht oppopt op ongewenst publiek domein waar de hele knottenclub kan komen kijken hoe het verjaarvoorbereidfeestjes evenement verloopt. Even leek een verbroken contact herstelt (dat kost punten, immers afgezwakt) weer aanleiding om dwars door de breuk, toch kortsluiting; een heuse vonkenregen. Het spetterde ervan af.

Ook een ander leuk spelletje werd tussentijds bedacht; elkaar zwartmaken. We noemen dat, uiteraard, tegenwoordig geen zwarte pieten meer, maar zielenpieten. Het is toepasselijk omdat zielenpieten gespeeld kan worden met peuteren in zielsverband, zielenpijn, zielsgeluk enzovoort. De punten tellen mee bij de spelen op het feest. De hoogste scoren mogen zich beroepen op het zieligst zijn. Ervaring zat dit spel wordt in menig gezinsvervangend beoefend, dus de kans van slagen is zeer groot. Daarbij ook de knotten weten er al raad mee, zich beroepend op jaren eerder al met mama als "de sigaar", dus tot vervelens toe gedaan.

Om de voorpret te verhogen werd mams geïnformeerd. Een vrolijke boel zo met z'n allen mocht haar toch niet ontgaan, en zeker niet onthouden worden. Dus vooruit maar met die draad vol olijke noten, bij elkaar getiep door de kinderschaar.
Tijdens het beraad werd tevens het snoepgoed al verdeeld, elk wat wils;
-pijnlichaampjes gevuld met licht bitter verdriet. Pittig, gezouten en pikant, zorgvuldig samengesteld een onverdroten lekkernij. 
-kindbewustzijntjes, zoet en sappig gevuld met smartepijn, overheerlijke suikerwaar.
-pijnpuntjes, die zijn het lekkerst. Vooral als ze op zuurstokjes geprikt zijn. Voor de bijtgraagheid een ware lust.
Al met al, een niet te versmaadde en zeker geen onverdeelde kost. De tractaties waren wel wat wisselend, erg groot tot zeer piepklein.
Het mocht de pret niet drukken, voor bijvoorbeeld koekhappen zijn alle 3 uitstekend geschikt. 

En zo geschiedde in die dagen, voorafgaand veel geruis. Daaruit gefiltreerd nog een groepsactiviteitje; een fluisterrondje van horen zeggen, van hoed en rand en wat daar onder allemaal schuilt. Daaronder valt het duiden, altijd leuk. Aan alles en iedereen scheelt wel wat. De een wat bruter dan verwacht, de ander stouter voor't gemak, of nog bonter wijzen op voorkeurgedrag. Daar hoort volgens het regelement ook de afgunst en ietwat smaad en onderschat het ego niet. Hij wel, ik niet maar zij met z'n allen of juist niet. Kortom een heel gepuzzel over wie of wat, een ding staat uiteraard tot slot wel vast, mams heeft alles op haar naam en haar geweten, dat zal ze weten ook, ook dat staat vast. 
Wel jammer toch tot slot van zoveel jool, lolijt en pret is alles al verspeelt voordat de jarige job haar dag aanbreekt. De lol is er al af, de versnaperingen op, rest niets dan op te zitten puffen; het had mooi geweest als er wat te vieren viel, anders dan hier nu tussen brok en wrok te rusten.

De ongenode gast,
 feestbeest,
 gang-stemming-maker,
peuterleider 
sfeerbederfpaler.
We hebben het er nog niet over gehad, de vent, het noodzakelijk kwaad. Jaarlijks schoof de man al aan. Droeg zijn steentje bij aan het spelelement van samenzijn, met name op het onderdeel leedvermaak. Dan schoof hij deelgenoten het snoepgoed toe. Jarenlang is dat goed gegaan. De vent was ooit familieverband, zijn genen waren over vertegenwoordigt in de kinderschaar. Dus al was hij Sint, de goed heilig man, zijn strooigoed nog zo’n bittere pil, toch deed hij ertoe. Jarenlang plopte hij op. Plotsklaps, al viel zijn naam niet, was hij in levende lijve een dooie pier, zijn geest kwam van over de wateren aangesneld. Hij wist er was altijd wel plaats voor hem in de herberg van 't geknotte  nageslacht.
Indachtig paps (al was deze wadmonnik daar zichzelf niet bewust van) had in z'n oudste zoon een prachtige troonopvolging. Den knaap, inmiddels flink uit de kluiten gewassen, geschoren en al bijna in driedelig gehezen statuur, was waardig in staat de scepter ter hand te nemen. Folkloristisch als hij is, hield hij, blijkt thans, gaarne familietradities in stand. Zeg aardje naar z'n vaartje.
Er dient naar de deur te worden gewezen, er zal met verbodsgeboden en contactverboden worden gesmeten. Er zal dreiging zijn vanuit naasten die weerstaan moet worden. Er zal, er moet, er gaat van alles naar wat mij goeddunkt zijn. En zie van af het eiland rees een glimlach op en apentrots als papa's kunnen stralen, stond daarbij de vuurtoren haast lichtgevend hij zijn zoon te prijzen op dees en genen die ook hij bezit.
Het moet gezegd met uitruilen van woorden met uithuilen zonder opnieuw te beginnen tot gram en smart verheven uiteindelijk ging om storm in glaasjes water van enige geknotte ego's.  

  Dingen des levens
^______________________^

Wij namen afscheid voor het leven
Dat is eeuwig op de korte duur
vanwege slinkse wegen en paadjes
langs onheilspellend ravijn waar bedrog
woon heeft in spelonken en die daar zijn
met gespleten tongen spreken in echo's 
keihard kletsend tegen glad gesteente
voor zichzelf pratend in holen en gaten
levenstekens krassend op basalten huid
in vlijmscherp geweten dat daarin zich uitleeft 
waaruit zij weerkaatsen wat van hen
werd verwacht in verachting naar een
ieder die dat leed niet ziet waarin zij
wentelen en wenen tot ieders verdriet
zichzelf verhardend in kei en rots 
in modder badend verhit gemoed

 

18 mei 2023

Alleen, gaande onderweg

Naar nergens toe loopt een doodlopende weg. Het loopt niet maar ligt gewoon langs een watergang, die stroomt en loopt dus van ergens naar ergens eindeloos door, dat de dode akkers scheidt van de bebouwing op de Oudendijk. Ol Dieck, klinkt leuker en dat is ook zo.
Aan de Oudendijk, dat wil zeggen erop, er onder of er tegen aan, wonen mensen met hun dingetjes, zoals overal. Sommige, enkelen, hebben kinderen, anderen een dier om het even alleenstaand met een mooie auto of verbouwd woon. Heel gewoontjes dus allemaal. 

Gemiddeld genomen zijn het mensen boven de leeftijd die van allerlei driften verstoken zijn. Werklust of levenslust botvierend op anderen wordt niet echt actief meer beoefend. Hooguit op de nieuwe media komt menigeen wellicht nog weleens wat lustigs tegen. Maar buiten op de harde klinkers noch op het asfalt bemerkt men het geenszins overduidelijk.

Goed, dit alles kenschetst het alledaagse alhier. Nu zinspeelde ik, de ondergetekende ook, eens om iets over mannen, aan, op, onder of er naast de Ol Dieck te beschrijven. Zo klokslag 5½ h deze ochtend, het kriekte nog niet, kwam dit idee weer tot leven door het verschijnsel van enige vensters van huizen van omwonenden. Ik was niet alleen wakende, meerderen waren reeds ontwaakt. Dat gevoel versterkte de gedachten om lang gekoesterde behoefte tot uitweiden over alleengaande mannen ter hand te nemen.

Aan het tuinhek met een klus voorhanden, raakte twee mannen in gesprek. Gaande verschoof het onderwerp onder handen weg. Een weinig gehanteerd thema kwam te sprake. Daarbij bevroeg de ene man  de andere hoe het zo alleen, zijn vrouw was verschenen, althans zover atheïsten ten hemelen vlieden, hem verging. De ander; je mist het delen samen, de aanspraak ook. Dat beaamde de bevrager, ook hij, niet alleen, maar toch ook eenzaam beviel het alleen zijn samen niet. Zijn samenleven valt uit te leggen als nonLAT dwz TAL together apart living. Zij delen niets dan een onderkomen en waarschijnlijk ook een inkomen. Zij hadden hun boerderij, bedrijfspand tevens voor het klusbedrijf, verkocht. Te groot geworden nu de kinderen zijn vertrokken. Tevens wiste hij het logo op de bus opdat zwart werken zo ongemerkt plaats kon vinden.  Hij hing hij zijn hamer niet aan de spijker, maar door te kiezen voort te gaan zonder personeel en zelfstandig te klussen in kleiner kring. Althans dat alles voor de belastingdienst.  Zij waren dus tesaam vereend in hoogstaand levenskunsten oefenen in alleengaand zijn. 
Het kot dat aangekocht kon worden uit de kapitale winst van de verkoop hunner woonstee was eveneens op de olden dieck. Zijn handigheid en haar welwillendheid leidde tot een kloek besluit om tijdelijk achter de bloemisterij zonder rozengeur en maneschijn een portocabin te gaan huren. Een jaar was naar verwachting toereikend om hem de klus van omtoveren te laten uitvoeren; kot tot energieneutraal oude dagverblijf. Een nobel streven in deze tijd om van het gas af de dagen te slijten als kunstenaars. Zij deed het met waterverf en olieverfde liever. 

Op de hoek van de oudendijk naar de uitvalsweg richting dorpskern, waar zover daar behoeften toe, naar uitgevallen kan worden, daar dus woont alleen een man. Hij kan er wat van, deinst nergens voor terug, blijft soms gewoon dagenlang weg. En komt dan ook doodleuk weer, sprakeloos, terug.  Hij wisselt zelden een woord. Had eerder nog een wederhelft, of wat daar nog van over was, met stoel en al op straat gezet. Sinds dien alleengaand en zelden mededeelzaam. 
Naast hem woont ook alleen een vent die het met een varken en wat kippen doet. Ook adopteerde hij een grote hond, die andere honden vrat, wat niet echt de bedoeling was. Vandaar dat het dier de afwezigheid op de schaapweg achter het venster viert en alsmeer moddervet de rust van huiselijkheid ervaart. 
Aan de overzijde van de schaapweg woont de, eerder beschreven, bijenman. Met luttele duizenden vrouwen in z'n harem geen eenzaam man. Weleens waar alleengaande geenszins eenzaam, zijn dochter woont onder hand bereik wat verder op. Hij had een hond, gehoorzaam vanwege een stroomstootwapen om de nek, leerde hij haar het jachtinstinct beteugelen. Had daar blijkbaar genoegen mee om zo z'n gezag te handhaven op de ongebreidelde uitbundigheid van deze verder toen vrolijke hond. Gelukkig is het arme dier uit dit leven bevrijdt daar langs rijdend verkeer. Een oplapbeurt in een diergeneeskundig instituut mocht niet baten. De imker spreek ik zelden nog. In wintermaanden strekt hij nog weleens de benen langs de vaart en op de dijk. Maar zelfs dan is treffen niet kansrijk. Hij verbijt zijn tijd intensief met volksverhuizingen van hot naar her. Adverteert met broedvolk in kast omwille van een bijverdienste, zwart wellicht. 
Inmiddels is de gepensioneerde timmerman van TAL bevordert tot volwaardig alleengaand man. Zijn vrouw waarmee niets meer deelde raakte tijdens zijn geklus verslingerd aan een andere, alleengaande, buurman. Deze vent beoefent dd schone kunst op een manier die haar meer aansprak en dus verdween zij rap uit zijn leven. Er werd veel geleden, maar hij rooit het verder wel. Zijn nageslacht onderhoudt nu een warmer band dan ooit in het huwelijkse werd bewezen.
  Zijn zelf getimmerd optrekje deelt hij met een maat, wier leven ook niet meer in het echtgebonden is. Beide vrijgezel. Het verrijkt de buurt met herenleed. 
Tot slot, voor nu, de man uit het bankwezen. Het gezin met vrouw en twee kinderen liet hij, voor wat het waard was, uiteen vallen. Zij vertrok, voor goed, hij beoefende het vaderschap als eenmansfractie met bestieren van het puberen thuisfront. 
Ook hem gaat het goed af, de kids in wisseldienst beurtelings bij paps of mams. Gedeelt genoegen bij verjaardagsfeestje houdt de band in stand van eeuwige trouw. Helaas is de prachtig bloeiende hisbiscus bezweken onder zijn driftige beteugelen van de natuur op z'n sintelpad. 
Op de hoek van de ol dieck met schaapweg, is in de boerderij van bovengenoemde timmerman een scharrelaar neer gestreken die rap z'n vermogen moest onttrekken aan het belastingstelsel. Hij investeerde in de ruimte die hij kreeg bij aanschaf van deze hofstee. Prullaria verdient nu eenmaal veel opslag, het huis met schuur puilt ervan uit. Deze brave borst is strikt genomen partime vrijgezel. Zijn mogelijke wederhelft scharrelt elders zooi bijeen en dumpt dat op gezette tijden eens per week. 
Een pree verdient hij bij aanplant van bomen op het talluut van de dijk, bovendien overweegt hij een hond. Wat een verdienste is, een aanwinst op de strontboulevard ook.
Voor (1605'23) laat ik het even hierbij.



Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief