Uit niets blijkt mijn gelijk.

01 juni 2013

Verveeld uit een stuk




Een oud dijklichaam strekt zich gefragmenteerd de kwelderrug 
van weleer zeewering tot woonstee uit waarop de één z'n cementenrand nauwgezet van poep ontdoet en dagelijks schoffelend z'n kaalheid geeft verlaat de ander drukdoend het bouwval dat hij recreëerd de scheppingsdrift van de hovenier met enig exotische gewas doet het weelderig op de braak een reepje grond waar hij z'n vrouw op los laat de timmerman is vrij op naam in z'n werkplaats aan de gang hij laat nog slechts maandelijks een contenair sloopafval een restproduct van zijn hand een onverlaat die gescheiden leeft huurt een kotje van de slagersknecht die een jaar of wat een vrouw afwerkte toen hij even gescheiden leefde daar zwerft in sporttenue een docent of wat van een willekeurig nette middelbare school die uit lijfsbehoud wat aftrimmen de vrouwen werken ook maar beter nog in deze verzorgingsstaat zijn zij het die met vlees en bloed en zachte hand met z'n allen hun lichaam daaraan dagelijks beschikbaar stellen voor het onderhoud een kind of wat van een bankemployé neem het hem niet kwalijk dat geld stinkt drijft moddervet daar rond en mest eveneens vrouw en nageslacht schreeuwend vet begaan met alles is een bange vrouw die honden haat en mensen ziet als lustobject voor haar spiedend spiritueel oog er woont zelfs een gezin in een oude paardenslagerij het is een bloedeloos geheel waarin de eigenaar voor huisbaas speelt met enig gevoel voor achterbaks gedrag de show soms stiekem steelt z'n vrouw is blond en kinderen kerngezond ik weet ook nog een basisschoollerares die in geniep driemaal daags precies haar hondjes laat doen wat niemand ziet op de stoep een knutselaar in beton die ook wat graafwerk in sloot kanaal en op de beurs voor dagelijkse kost verzet doet met z'n eerste vrouw haar tweede man een woonboerderij ze zijn in de voormalige visafslag en garnalenpellerij gelukkig saam met wat omzet in schoonmaak gerei ik verdoe mijn tijd in gadeslaan zonder boe of bah en zet zo nu en dan in m'n achterstebakske wat overschot plantgoed dat ongevraagd zijnsweegs de buren vindt in schamele troost dat men soms alles deelt 

Over mij

Mijn foto
Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.

Volgers

Blogarchief