ik houd van dieren, geblokt, geblikt, verweekt of onherkenbaar vermalen. Hondenvoer aub. Mijn viervoeter heeft weet van voorkeuren.
Ik ben daarbij een slachtoffer in de keten van zure melkboer, veestapellen, afslachthuis tot het messcherp blik in de aanbieding bij dé Albert Heijn. Hij die mij van levensmiddelen voorziet en mijn vleesloos leven onderhoudt met aanbiedingen. Tot aan het onderhoudend leven van mijn metgezel.
Een huisdier dat vier voeten telt en bij naam genoemd geen associatie heeft met bijtgrage soortgenoten. Zolang ik haar bij naam benoem stelt het de mensheid in het algemeen maar meer nog mijn soortgenoten om mij heen gerust met de waan dat het een knaagdier betreft waarvoor koeien vermalen worden tot varkensvlees omdat niemand meer het onderscheidt weet hoe die beestenboel in levende lijve heet. Menigeen, waaronder ik, beheer een beter leven te leiden met zoveel nalaten wat niets vandoen heeft met een erfenis, hooguit erflating. Soberheid is de de vlag waaronder mijn nalatigheid vaart. Van iedere vorm van vlees en vis verstoken leef ik en teer op andersoortig plantaardig leven.
Kijk, zoiets heet nu vegetariër, een vreselijk vleesloos wordt, een ziekte die door je lijf heen ettert en je van binnen uit opeet. Een categorie idioten die vegaburger mag heten naast de vleselijke werkelijkheid van de bloeddorstige hamburgers, mede aardkloot verteerders.
De eerste genoemden zijn bewust een doelgroep van misleidenden, mensen, ik schat voor negentig procent van calvinistische huis, een stijle oorsprong van verantwoordelijk schuldbewust leven. Zij die het vroeger aan de Heere te danken hadden in zonden te mogen leven. Maar dat inmiddels afgezworen, dol op vleselijke lusten zichzelf botvieren en of vleesloos eten. Dat laatste dan weer als nieuwe catechese, een geloofsbelijdenis die net zogoed schuldbelijdenis had kunnen heten. Ze kopen zich dagelijks voorbijgaand aan de slagerij af. En vervallen in de grootste zonde door slechts hondenvoer te kopen waar menigeen zijn bek bij aflikt. Mezelf gelukkig prijzend doe ik daar doelbewust aanmee. Ik eet geen vlees, ervaar de slagerij als beestachtig tuig met moorddadige gereedschappen de boel verstierd tot kotelet of andersoortige vermaledijd vlees. Mijn geneugten worden gevoerd aan mjin huisgenoot en sus mezelf gerust dat het de resten zijn van wat andere hondenvoereters niet wensen te verteren. Zo schaar ik de vleeseters in een categorie samengevat. Was mijn handen in de befaamde onschuld, lik de lippen schoon, neem een eitje of een boterhammetje met champinonpaté dat met palmolie verrijkt alleen maar oerwouden laat verdwijnen maar in ieder gevallen geen spoor gewassen vlees.
Uit niets blijkt mijn gelijk.
29 juli 2010
Abonneren op:
Posts (Atom)
Over mij
- ®
- Als ik later dood ben wil ik dichterlijk zijn: Hemelsblauw verdichten in deze lijnen tot nagelwitte strepen. Los weer in de hoogte op vanuit het niets tot onvergankelijk leven. Tot dan toe leef ik me in de regel uit.